Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
(…) 2. de bepaling inzake derentevergoedingzal ongewijzigd worden gehandhaafd. (Wij berekenden dat op dit moment ca € 280,- per m2 is verschuldigd (…)
De rente zal wederom beginnen te lopen zodra Rito expliciet en schriftelijk aan Sepeba te kennen geeft dat zij (…) zal meewerken aan levering van het perceel (…).
Ik verzoek u mij even te willen bevestigen dat dit schrijven door uw cliënte wordt aangemerkt als een expliciete en schriftelijke mededeling aan haar, zodat ingaande heden de rente weer is beginnen te lopen.Bij brief van 28 januari 2013, gericht aan Sepeba, heeft Rito een en ander herhaald.
Ik verzoek u mij te berichten of u na het arrest van de Hoge Raad binnen redelijke termijn aanspraak zult maken op de medewerking van cliënte aan de levering en ik geef u in overweging reeds thans een notaris te benaderen om de voorbereidingen te treffen (…).
Het voorgaande brengt mee dat Sepeba redelijkerwijs niet eerder dan pas na verloop van 35 dagen na de door het hof genoemde schriftelijke mededeling van Rito, in staat zal zijn het perceel aan (…) te leveren. Pas na verloop van deze termijn is het schuldeisersverzuim van Rito gezuiverd doordat dan geen beletsel meer bestaat voor nakoming door Sepeba (…).
bepaalt, in zoverre met vernietiging van het arrest van het gerechtshof te Amsterdam van 18 december 2012, dat de in rechtsoverweging 3.18 van dat arrest genoemde jaarlijks cumulerende rente van 7,5% verschuldigd is vanaf 1 januari 2002 tot 3 december 2008, en dat die rente wederom zal beginnen te lopen na ommekomst van vijfendertig dagen nadat Rito expliciet en schriftelijk aan Sepeba te kennen geeft dat zij in overeenstemming met de voorwaarden in het dictum van het arrest zal meewerken aan levering van het perceel aan [B.] en, in dat geval, zal doorlopen tot aan de datum van levering’.
3.Beoordeling
Primair:voor recht te verklaren dat partijen gehouden zijn om in het kader van de beëindiging van de ontwikkel- en samenwerkingsovereenkomst met elkaar af te rekenen en financieel af te wikkelen op basis van een 50/50 verhouding, althans een redelijke verhouding, en om in dat verband een deskundige aan te wijzen;
gaatlopen, in tegenwoordige tijd. Daar komt bij dat de brief van 24 december 2012 niet aan Sepeba is gericht, maar aan haar toenmalige raadsman. Na de mededeling van Rito op 24 december 2012 dat zij zou meewerken aan de levering van het perceel is Rito stil blijven zitten en heeft zij niets ondernomen, reden waarom het schuldeisersverzuim van Rito onverminderd voortduurde en de rente nimmer is gaan lopen. Hierdoor kan het door Rito berekende bedrag van € 354,14 per m² niet juist zijn en dient te worden uitgegaan van een bedrag van € 300,28 per m². Dit leidt volgens Sepeba tot een nieuwe berekening uit hoofde waarvan Sepeba € 24.031,16 van Rito heeft te vorderen.