ECLI:NL:GHAMS:2018:3736
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Wijziging van de onderhoudsbijdrage met terugwerkende kracht in een alimentatiezaak
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 16 oktober 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep over de wijziging van de onderhoudsbijdrage voor de kinderen van partijen. De vrouw, verzoekster in het principaal hoger beroep, heeft in 2017 hoger beroep ingesteld tegen een eerdere beschikking van de rechtbank Amsterdam van 31 mei 2017. De man, verweerder in het principaal hoger beroep, heeft incidenteel hoger beroep ingesteld. Het hof heeft vastgesteld dat er sprake is van gewijzigde omstandigheden die een herbeoordeling van de onderhoudsbijdrage rechtvaardigen. De behoefte van de kinderen is vastgesteld op € 350,- per kind per maand, en de man is verplicht om een bijdrage te leveren in de kosten van verzorging en opvoeding. Het hof heeft de ingangsdatum van de wijziging van de kinderalimentatie vastgesteld op 1 maart 2015, ondanks de bezwaren van de vrouw. De man heeft gedurende een bepaalde periode een lagere bijdrage betaald dan vastgesteld, en het hof heeft geoordeeld dat de vrouw rekening had moeten houden met een mogelijke verlaging van de alimentatie. De vrouw is verplicht om de helft van de te veel betaalde kinderalimentatie terug te betalen aan de man. De uiteindelijke beslissing van het hof houdt in dat de man met ingang van 1 maart 2015 tot 30 september 2016 € 47,- per kind per maand moet betalen, en met ingang van 30 september 2016 tot 1 april 2018 € 38,- per kind per maand, en vanaf 1 april 2018 € 24,- per kind per maand. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.