ECLI:NL:GHAMS:2018:36
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake hypothecaire inschrijving en royement
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de maatschap Notariskantoor [A] tegen ING Bank N.V. over de vordering tot verklaring voor recht dat ING heeft toegezegd algeheel royement te verlenen voor een hypothecaire inschrijving. De rechtbank had eerder de vordering van [A] afgewezen, omdat er nog een door de hypotheek gezekerde schuld openstond. Het hof bevestigt deze beslissing en oordeelt dat er geen grond is voor het royement, aangezien de vordering van [A] niet kan worden toegewezen zolang er vorderingen openstaan die door het hypotheekrecht worden gedekt. Het hof overweegt dat [A] geen belang heeft bij de verklaring voor recht dat ING heeft toegezegd dat zij volmacht tot doorhaling zou verlenen. De rechtbank had terecht geoordeeld dat de vordering van [A] niet kan slagen, omdat de overeenkomst tussen [B] en ING niet aan [A] kan worden tegengeworpen. Het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank en veroordeelt [A] in de kosten van het geding in principaal hoger beroep.