In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 27 september 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in Marokko in 1984, was eerder veroordeeld tot een geldboete van € 450,00 voor het veroorzaken van gevaar in het verkeer door onoplettendheid. De tenlastelegging betrof een incident op 9 november 2015, waarbij de verdachte zijn auto parkeerde en het linker voorportier opende zonder goed om zich heen te kijken, waardoor een fietsster, genaamd [slachtoffer], tegen het portier botste en letsel opliep. Het hof heeft het vonnis van de kantonrechter vernietigd, maar heeft de verdachte opnieuw veroordeeld tot een geldboete van € 450,00, te betalen in drie termijnen van € 150,00. Het hof heeft de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte in overweging genomen, waaronder zijn financiële problemen en de hulpverlening die hij ontvangt. Het hof heeft geoordeeld dat de verdachte strafbaar is en dat er geen omstandigheden zijn die de strafbaarheid uitsluiten. De beslissing van het hof is genomen na het horen van de advocaat-generaal en de raadsvrouw van de verdachte, die om een lagere boete had verzocht.