Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
3.Beoordeling
primaireen ontslagvergoeding van € 97.974,08 bruto (75 procent van de stimuleringspremie) en van
subsidiairde transitievergoeding van
krijgten niet als de medewerker zijn pensioenrechten
geldend zou kunnen maken. In vergelijkbare regelingen bij andere bedrijven is bepaald dat er afgetopt kan worden als de medewerker een pensioenuitkering
kanontvangen. Hier staat uitdrukkelijk
krijgten niet
kan krijgen. Een cao en dus ook het sociaal plan moet volgens [geïntimeerde] grammaticaal worden uitgelegd en dat betekent dat uitsluitend in het geval dat een medewerker feitelijk een pensioen uitbetaald krijgt, van aftopping sprake kan zijn. [geïntimeerde] krijgt geen pensioen omdat zij daarop nog geen aanspraak heeft gemaakt. Zij stelt het laten uitbetalen van pensioen uit tot de laatst mogelijke dag, 1 oktober 2018 (zij bereikt in oktober 2018 de AOW-leeftijd).
krijgenin de onderhavige bepaling moet daarom ook uitgaande van de zogenoemde cao-norm worden uitgelegd als
aanspraak kunnen maken op. Tussen partijen is niet in geschil dat [geïntimeerde] aanspraak kan maken op een pensioenuitkering. Dat betekent dat onderzocht moet worden of ABN AMRO door zich op de in het sociaal plan opgenomen aftoppingsregeling te beroepen een verboden onderscheid naar leeftijd maakt.