Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.[appellante sub 1] ,
[appellante sub 2],
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak gaat het om een hoger beroep in kort geding over de ontruiming van een gekraakte bedrijfsruimte, eigendom van woningcorporatie Lieven de Key. De appellanten, [appellante sub 1] en [appellante sub 2], zijn bewoners van het pand dat door Lieven de Key is aangekocht met de intentie om het te slopen voor nieuwbouw. De woningcorporatie heeft het pand tijdelijk in gebruik gegeven aan een leegstandsbeheerder, maar de krakers, waaronder de appellanten, hebben geweigerd het pand te ontruimen. De voorzieningenrechter in eerste aanleg heeft de ontruiming toegewezen, maar de appellanten zijn in hoger beroep gegaan. Het hof heeft vastgesteld dat Lieven de Key een spoedeisend belang heeft bij de ontruiming, aangezien zij het pand wil verhuren en de krakers dit belemmeren. Het hof oordeelt dat de ontruiming niet als een disproportionele inbreuk op het huisrecht van de appellanten kan worden beschouwd, omdat zij zonder recht of titel in het pand verblijven. De ontruimingstermijn is echter verlengd van twee dagen naar een week na betekening van het arrest. De kosten van het geding zijn voor de appellanten, omdat zij in het ongelijk zijn gesteld. Het hof vernietigt het eerdere vonnis en formuleert een nieuwe veroordeling tot ontruiming.