3.2.1.Op 20 juni 2016 heeft de notaris in opdracht van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [naam] (hierna: [X] ) een registerverklaring koop opgesteld en ondertekend (hierna: de registerverklaring koop). Daarin wordt, voor zover hier van belang, het volgende vermeld:
“[…]
Koopovereenkomst
Volgens verklaring van:
1. de naamloze vennootschap (naar Belgisch recht):[Y], maatschappelijk adres te […] (België) […];
hierna te noemen: ‘verkoper’;
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid:[klaagster], destijds kantoorhoudende te [postcode] [plaats] , [adres] , […];
hierna te noemen eigenaar;
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid:[X], […];
hierna te noemen: ‘koper’.
is tussen hen een koopovereenkomst gesloten met betrekking tot het hierna te omschrijven registergoed. Van deze koopovereenkomst blijkt uit een door verkoper en koper ondertekende onderhandse akte - hierna aan te duiden met: ‘koopakte’ - , waarvan een (afschrift/uittreksel) aan deze verklaring is gehecht.
Omschrijving registergoed
De omschrijving van het hiervoor bedoelde registergoed is:
-- het bouwterrein en gronden aan de [adres] te [plaats] , […].
Koopprijs
Volgens de koopakte bedraagt de koopprijs van het registergoed tweehonderdzestigduizend euro (€ 260.000,00).
Verklaring artikel 7:3 lid 6 Burgerlijk Wetboek
Onder de koopakte is een door mij, notaris, ondertekende en gedateerde verklaring in de zin van artikel 7:3 lid 6 Burgerlijk Wetboek opgenomen.
Verklaring artikel 37 lid 1 sub b Kadasterwet
De koopakte toont genoegzaam aan dat het in te schrijven feit zich inderdaad heeft voorgedaan.
[…]
Verzoek tot inschrijving
In verband met het vorenstaande verzoek ik, notaris, namens verkoper/koper/partijen een afschrift van deze verklaring in de openbare registers op grond van artikel 7:3 Burgerlijk Wetboek (en / of) artikel 10 lid 3 Wet voorkeursrecht gemeenten) en in verband met artikel 3:17 Burgerlijk Wetboek in te schrijven.
Woonplaatskeuze
Terzake van de uitvoering van deze overeenkomst, ook voor fiscale gevolgen, wordt woonplaats gekozen ten kantore van de bewaarder van deze akte.
[…]”
3.2.2.Aan de registerverklaring koop zijn afschriften gehecht van uittreksels van het proces‑verbaal van veiling (inzet en afslag) van 11 oktober 2011, opgesteld door [notaris Z] , notaris in de gemeente [plaats] , en van een akte van gunning van 12 oktober 2011, verleden voor [notaris Z] . Uit die stukken blijkt onder meer dat [Y] als hypotheek- en pandhouder van het in de registerverklaring vermelde registergoed (hierna: het registergoed) het recht van parate executie heeft uitgeoefend, alsmede dat dit registergoed - ten overstaan van [notaris Z] - in het openbaar is verkocht en gegund aan [X] voor een bedrag van € 260.000,-.
3.2.4.Op 16 december 2018 heeft klaagster contact opgenomen met het notariskantoor over de registerverklaring koop. Op 19 december 2016 heeft klaagster de notaris telefonisch gesproken en te kennen gegeven dat zij doorhaling van de registerverklaring koop wenste, omdat de termijn van zes maanden als bedoeld in artikel 7:3 lid 1 Burgerlijk Wetboek (BW) zou verstrijken op 20 december 2016. Tevens heeft klaagster toen met de notaris afgesproken dat de notaris contact met [X] zou opnemen over haar verzoek tot doorhaling van de registerverklaring koop.