In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 26 september 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte, geboren in 1960, was in eerste aanleg veroordeeld voor mishandeling van zijn buurman, die op dat moment bijna 75 jaar oud was. Het hof heeft het vonnis van de politierechter bevestigd, behalve ten aanzien van de opgelegde taakstraf, die werd vernietigd. De zaak kwam voort uit een incident op 31 mei 2016, waarbij de verdachte de aangever, een oudere buurman, zou hebben geduwd, waardoor deze ten val kwam en letsel opliep. Tijdens de zittingen in hoger beroep op 7 mei en 12 september 2018 zijn verklaringen van de aangever en getuigen gehoord. De getuige verklaarde dat zij had gezien hoe de verdachte de aangever in de greppel duwde. Het hof oordeelde dat de verklaringen van de aangever en de getuige betrouwbaar waren en dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan de mishandeling. De politierechter had de verdachte eerder veroordeeld tot een taakstraf van 30 uren, subsidiair 15 dagen hechtenis. Het hof besloot de taakstraf voorwaardelijk op te leggen, rekening houdend met de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het was begaan, en de hoge leeftijd van het slachtoffer. Het hof heeft de verdachte ook gewaarschuwd dat bij een nieuw strafbaar feit de taakstraf alsnog ten uitvoer kan worden gelegd.