ECLI:NL:GHAMS:2018:3407
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Tuchtrechtelijke klacht van het Bureau Financieel Toezicht tegen een gerechtsdeurwaarder wegens administratieve tekortkomingen en schending van wettelijke verplichtingen
In deze zaak heeft het Bureau Financieel Toezicht (BFT) een klacht ingediend tegen een gerechtsdeurwaarder wegens diverse administratieve tekortkomingen en schendingen van wettelijke verplichtingen. De klacht omvat onder andere een bewaringstekort, het presenteren van een te rooskleurig beeld van de financiële positie, onjuiste schuldenaarstarieven en verdeelkosten, en het niet tijdig afwikkelen van dossiers. Het BFT heeft op 29 maart 2018 een beroepschrift ingediend tegen een eerdere beslissing van de kamer voor gerechtsdeurwaarders, die de klacht gedeeltelijk gegrond had verklaard en de gerechtsdeurwaarder een berisping had opgelegd. Tijdens de behandeling van de zaak op 5 juli 2018 heeft het hof de argumenten van beide partijen gehoord. Het hof heeft vastgesteld dat de gerechtsdeurwaarder niet voldeed aan de vereisten van de Wet op de Gerechtsdeurwaarders en de Verordening Normen voor Kwaliteit. Het hof heeft de klacht op meerdere onderdelen gegrond verklaard en heeft de gerechtsdeurwaarder de maatregel van ontzetting uit het ambt opgelegd, met een termijn van vijf jaar waarin hij niet tot waarnemer kan worden benoemd. De beslissing van de kamer is in zijn geheel vernietigd, en de gerechtsdeurwaarder is veroordeeld tot betaling van de kosten van de procedure.