ECLI:NL:GHAMS:2018:3383

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
13 juni 2018
Publicatiedatum
24 september 2018
Zaaknummer
23-004269-16
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van openlijk geweld in vereniging tegen een verdachte in Amsterdam

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 13 juni 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in 1996, was aangeklaagd voor openlijk geweld in vereniging, gepleegd op 29 september 2016 te Amsterdam. De tenlastelegging betrof het meermalen trappen en schoppen tegen bromfietsen en het gooien van voorwerpen richting politieambtenaren tijdens een incident bij de Amsterdam Arena.

Tijdens de zitting heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, die een taakstraf van 40 uren had geëist, subsidiair 20 dagen vervangende hechtenis. Echter, na het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep, concludeerde het hof dat niet kon worden vastgesteld dat de verdachte deel uitmaakte van de groep die betrokken was bij het geweld. Hierdoor kon het ten laste gelegde openlijke geweld in vereniging niet wettig en overtuigend worden bewezen.

Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten. De beslissing is genomen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof, waarbij mr. I.M.H. van Asperen de Boer-Delescen niet in staat was het arrest te ondertekenen. De uitspraak benadrukt het belang van bewijs in strafzaken en de noodzaak om de schuld van de verdachte onomstotelijk vast te stellen.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 23-004269-16
Datum uitspraak: 13 juni 2018
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 14 november 2016 in de strafzaak onder parketnummer 13-702767-16 tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1996,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
13 juni 2018 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Tegen voormeld vonnis is namens de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsvrouw naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 29 september 2016 te Amsterdam , in elk geval in Nederland, met een ander of anderen, op of aan de openbare weg, De Loper ter hoogte van De Amsterdam Arena, in elk geval op of aan een openbare weg, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen een of meer bromfietsen, in elk geval enig goed, welk geweld bestond uit het meermalen, althans eenmaal trappen en/of schoppen tegen die bromfietsen en/of het gooien en/of werpen van onderdelen van die bromfietsen en/of een aansteker, in elk geval enig voorwerp, richting de aldaar aanwezige politieambtenaren.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere beslissing komt dan de politierechter.

Vordering van het openbaar ministerie

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een taakstraf van 40 uren subsidiair 20 dagen vervangende hechtenis, met aftrek van voorarrest.

Vrijspraak

Uit de inhoud van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting in hoger beroep is het hof gebleken dat niet kan worden vastgesteld dat de verdachte ten tijde van het voorval waarop het ten laste gelegde betrekking heeft deel uitmaakte van de groep die bij dat voorval was betrokken. Derhalve kan het ten laste gelegde openlijke geweld in vereniging in de zin van artikel 141 van het Wetboek van Strafrecht niet wettig en overtuigend worden bewezen, zodat de verdachte hiervan wordt vrijgesproken.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht.
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. F.A. Hartsuiker, mr. I.M.H. van Asperen de Boer-Delescen en mr. F.G. Hijink, in tegenwoordigheid van mr. A. Stronkhorst, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 13 juni 2018.
mr. I.M.H. van Asperen de Boer-Delescen is buiten staat dit arrest te ondertekenen.