ECLI:NL:GHAMS:2018:3356
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de opzegging van een inboedelverzekering door een bewindvoerder in het kader van een gewone beheersdaad
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 18 september 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep over de opzegging van een inboedelverzekering door een bewindvoerder. De appellant, die onder bewind stond, had de bewindvoerder aangeklaagd omdat hij vond dat de opzegging van de verzekering onzorgvuldig was en dat hij hierdoor schade had geleden. De bewindvoerder had de verzekering opgezegd vanwege de financiële situatie van de appellant, die in een problematische schuldensituatie verkeerde. Het hof heeft vastgesteld dat de bewindvoerder niet tekort is geschoten in zijn zorgplicht. De opzegging van de inboedelverzekering werd gekwalificeerd als een gewone beheersdaad, waarvoor geen toestemming van de appellant nodig was. Het hof oordeelde dat de bewindvoerder niet op de hoogte was van waardevolle bezittingen van de appellant en dat de financiële omstandigheden van de appellant de opzegging rechtvaardigden. De vordering van de appellant tot schadevergoeding werd afgewezen, en de bestreden beschikking van de kantonrechter werd bekrachtigd. Het hof heeft geen aanleiding gezien om de appellant in de kosten van het geding te veroordelen, gezien zijn precaire financiële situatie.