ECLI:NL:GHAMS:2018:3355

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
17 september 2018
Publicatiedatum
20 september 2018
Zaaknummer
200.172.375/03 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aanwijzing van een vereffenaar en ontheffing van bestuurders in een ondernemingsrechtelijke context

In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam op 17 september 2018, betreft het een verzoek tot aanwijzing van een vereffenaar en ontheffing van bestuurders van verschillende besloten vennootschappen, waaronder LEADERLAND TTM B.V. en haar dochterondernemingen. De verzoeker, aangeduid als [A], heeft in het verleden meerdere verzoeken ingediend met betrekking tot wanbeleid en de gang van zaken binnen deze vennootschappen. De Ondernemingskamer heeft eerder al verschillende beschikkingen gegeven, waaronder een onderzoek naar het beleid van de vennootschappen en de benoeming van tijdelijke bestuurders.

De Ondernemingskamer heeft in haar beschikking van 9 november 2017 de ontbinding van de vennootschappen uitgesproken, met de bepaling dat een vereffenaar moest worden aangewezen. In de onderhavige beschikking heeft de Ondernemingskamer mr. R. le Grand aangewezen als vereffenaar. Tevens zijn de huidige bestuurders, mr. J.C. Jaakke en mr. E. Hammerstein, ontheven uit hun functie. De Ondernemingskamer heeft vastgesteld dat de ontbindingsbeschikking in kracht van gewijsde is gegaan, wat de noodzaak voor de aanwijzing van een vereffenaar onderstreept.

De beslissing van de Ondernemingskamer is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de genomen maatregelen onmiddellijk van kracht zijn, ongeacht eventuele rechtsmiddelen die tegen deze beschikking kunnen worden aangewend. Deze beschikking is uitgesproken ter openbare terechtzitting, waarbij de betrokken partijen en hun advocaten aanwezig waren.

Uitspraak

beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.172.375/03 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 17 september 2018
inzake:
[A],
wonende te [....] ,
VERZOEKER,
advocaat:
mr. J.A. Zee, kantoorhoudende te Amsterdam,
t e g e n
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
LEADERLAND TTM B.V.,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
LEADERLAND TTM I B.V.,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
LEADERLAND TTM II B.V.,
4. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
LEADERLAND TTM III B.V.,
alle gevestigd te Hilversum,
VERWEERSTERS,
advocaten:
mrs. M.W.E. Eversen
R.Q Potter, beiden kantoorhoudende te Amsterdam,
e n t e g e n

1.[B] ,

wonende te [....] ,
BELANGHEBBENDE,
advocaat:
mr. Ü. Arslan, kantoorhoudende te Den Haag,
e n t e g e n

2.2. [C] ,

wonende te [....] ,
BELANGHEBBENDE,
advocaat:
mr. J.A. Meijer, kantoorhoudende te Den Haag,
e n t e g e n

3.[D] ,

wonende te [....] ,
BELANGHEBBENDE,
advocaat:
mr. C.F.J.M. Nelemans, kantoorhoudende te Schiphol-Rijk.

1.Het verloop van het geding

1.1
Partijen en andere (rechts)personen zullen hierna (ook) als volgt worden aangeduid:
  • verzoeker als [A] ;
  • verweersters 1 tot en met 4 ieder afzonderlijk als respectievelijk Leaderland TTM, Leaderland I, Leaderland II en Leaderland III en gezamenlijk als Leaderland c.s.;
  • belanghebbende 1 als [B] ;
  • belanghebbende 2 als [C] ;
  • belanghebbende 3 als [D] ;
  • belanghebbenden 1 tot en met 3 gezamenlijk als [B] c.s.;
  • mr. J.C. Jaakke als Jaakke of de (tijdelijke) bestuurder;
  • mr. E. Hammerstein als Hammerstein of de (tijdelijke) beheerder.
1.2
Voor het verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar haar in deze zaak gegeven beschikkingen van 18 maart 2014, 11 juli 2014, 24 juli 2014, 5 december 2014, 15 december 2014, 3 februari 2015, 28 april 2015, 29 mei 2015, 5 juni 2015, 22 juli 2015, 5 oktober 2015, 26 oktober 2015, 17 februari 2016, 22 april 2016, 31 maart 2017 en 9 november 2017, alsmede naar de beschikkingen van de voorzitter van de Ondernemingskamer van 29 mei 2015, 15 juni 2015 en 26 oktober 2015 en naar de beschikkingen van de raadsheer-commissaris van 14 januari 2015 en 25 maart 2015.
1.3
Bij haar beschikking van 18 maart 2014 heeft de Ondernemingskamer onder meer en voor zover hier van belang:
- een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van Leaderland c.s. over de periode vanaf 1 oktober 2012;
- mr. F.D. Stibbe en drs. N. van der Noll (hierna ook aan te duiden als: de onderzoekers) benoemd tot onderzoekers;
- bij wijze van onmiddellijke voorziening en vooralsnog voor de duur van het geding [D] geschorst als bestuurder van Leaderland c.s.;
- bij wijze van onmiddellijke voorziening en vooralsnog voor de duur van het geding drs. B. van Haaren-van Duijn (hierna: Van Haaren) benoemd tot bestuurder van Leaderland c.s. en bepaald dat deze bestuurder zelfstandig bevoegd is Leaderland c.s. te vertegenwoordigen;
- vooralsnog voor de duur van het geding bepaald dat de aandelen die [B] , [C] en [A] houden in Leaderland c.s. met ingang van 18 maart 2014 ten titel van beheer zijn overgedragen aan Hammerstein.
1.4
Bij de beschikking van 15 december 2014 heeft de Ondernemingskamer Van Haaren (op haar verzoek) ontheven uit haar functie van bestuurder en Hammerstein als bestuurder aangewezen. Bij de beschikking van 3 februari 2015 heeft de Ondernemingskamer – voor zover hier van belang – Hammerstein (op zijn verzoek) ontheven uit zijn functie van bestuurder en mr. W.G. van Hassel (hierna: Van Hassel) aangewezen als bestuurder van Leaderland c.s.
1.5
Het verslag van het door de onderzoekers verrichte onderzoek met bijlagen (hierna: het onderzoeksverslag) is op 28 april 2015 ter griffie van de Ondernemingskamer neergelegd.
1.6
Bij de beschikking van 5 juni 2015 heeft de Ondernemingskamer Van Hassel op zijn verzoek
– nu naar zijn mening het werk als bestuurder hem onmogelijk werd gemaakt – ontheven uit zijn functie van bestuurder.
1.7
Bij de beschikking van 22 juli 2015 heeft de Ondernemingskamer Jaakke als bestuurder van Leaderland c.s. aangewezen en – mede gelet op hetgeen is overwogen in de beschikking van 5 juni 2015 – partijen verboden om ongevraagd met de tijdelijke bestuurder contact op te nemen, tenzij door tussenkomst van hun advocaat, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 10.000 per overtreding met een maximum van € 1.000.000.
1.8
Bij de beschikking van 22 april 2016 heeft de Ondernemingskamer op verzoeken van [A] (waaronder een verzoek tot het vaststellen van wanbeleid, het aanwijzen van verantwoordelijken voor dat wanbeleid en het treffen van voorzieningen) en [C] , [B] en [D] als volgt beslist.
“De Ondernemingskamer:
-
beveelt een aanvullend onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van Leaderland TTM B.V., Leaderland TTM I B.V., Leaderland TTM II B.V. en Leaderland TTM III B.V., alle gevestigd te Hilversum, met betrekking tot a) de vraag of [A] met het aangaan van de termijncontracten is afgeweken van het door [B] c.s. gestelde aandeelhoudersbesluit van 9 december 2008 en of voorzienbaar was dat die overeenkomsten zouden leiden tot schade voor Leaderland c.s. of vanwege daaraan verbonden risico’s (zoals wijziging van het fiscale regime) onverantwoord waren en, indien vraag a) bevestigend wordt beantwoord, b) de vraag of [A] mogelijk betrokken is bij/werkzaam is voor de concurrerende onderneming EFKO;
-
benoemt (wederom) mr. F.D. Stibbe te Amsterdam en drs. N. van der Noll te Oosthuizen teneinde het onderzoek te verrichten;
-
stelt het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten vast op € 50.000, de verschuldigde omzetbelasting daarin niet begrepen;
-
bepaalt dat de kosten van het onderzoek ten laste komen van Leaderland TTM B.V., Leaderland TTM I B.V., Leaderland TTM II B.V. en Leaderland TTM III B.V., en dat zij, dan wel – gelet op diens toezegging – [B] , voor de betaling daarvan ten genoegen van de onderzoekers voor de aanvang van hun werkzaamheden zekerheid dienen te stellen;
-
verstaat dat uit het verslag van het onderzoek in deze zaak blijkt van wanbeleid van Leaderland TTM B.V., Leaderland TTM I B.V., Leaderland TTM II B.V. en Leaderland TTM III B.V. in de periode vanaf 1 oktober 2012, met betrekking tot de verkoop van de deelnemingen in Soyuz Corporation en Soyuz TTM, een en ander als nader omschreven in rechtsoverweging 4.17;
-
stelt vast dat [D] en [B] hiervoor verantwoordelijk zijn;
-
verklaart Leaderland TTM B.V., Leaderland TTM I B.V., Leaderland TTM II B.V. en Leaderland TTM III B.V. niet-ontvankelijk in hun verzoek tot verhaal van de kosten van het onderzoek als bedoeld in artikel 2:354 BW;
-
ontslaat met ingang van heden [D] als bestuurder van Leaderland TTM B.V., Leaderland TTM I B.V., Leaderland TTM II B.V. en Leaderland TTM III B.V.;
-
vernietigt de bestuursbesluiten strekkende tot vervreemding van de deelnemingen in Soyuz Corporation en Soyuz TTM;
-
verlengt de benoeming van mr. J.C. Jaakke te Amsterdam tot bestuurder van Leaderland TTM B.V., Leaderland TTM I B.V., Leaderland TTM II B.V. en Leaderland TTM III B.V. met een periode van twee jaar;
-
bepaalt dat het salaris en de kosten van deze bestuurder ten laste komen van Leaderland TTM B.V., Leaderland TTM I B.V., Leaderland TTM II B.V. en Leaderland TTM III B.V.;
-
bepaalt dat de aandelen die [B] , [C] en [A] houden in Leaderland TTM B.V., Leaderland TTM I B.V., Leaderland TTM II B.V. en Leaderland TTM III B.V. voor de duur van twee jaar ten titel van beheer overgedragen blijven aan mr. E. Hammerstein te Amsterdam;
-
bepaalt dat het salaris en de kosten van deze beheerder van aandelen ten laste komen van Leaderland TTM B.V., Leaderland TTM I B.V., Leaderland TTM II B.V. en Leaderland TTM III B.V.;
-
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
-
houdt iedere verdere beslissing aan.”
1.9
Bij de beschikking van 31 maart 2017 heeft de Ondernemingskamer wegens gebrek aan financiering de onderzoekers op hun verzoek ontheven van hun benoeming als onderzoekers om het bij de beschikking van 22 april 2016 bevolen (aanvullende) onderzoek te verrichten en heeft zij het bij de beschikking van 22 april 2016 bevolen (aanvullende) onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van Leaderland c.s. beëindigd. Op verzoek van Leaderland c.s. heeft de Ondernemingskamer [B] en [D] hoofdelijk veroordeeld om ter zake van onderzoekskosten aan Leaderland c.s. te voldoen een bedrag van € 75.187,50 (exclusief btw), te vermeerderen met de wettelijke rente. De nog resterende verzoeken van [A] en nieuwe verzoeken van [C] en [B] heeft zij afgewezen, met proceskostenveroordelingen.
1.1
Bij de beschikking van 9 november 2017 (hierna: de ontbindingsbeschikking) heeft de Ondernemingskamer Leaderland c.s. ontbonden, met ingang van de datum waarop die ontbindingsbeschikking in kracht van gewijsde gaat, maar niet eerder dan per 1 januari 2018. Voorts heeft de Ondernemingskamer bij die ontbindingsbeschikking
(i) een nader aan te wijzen en aan partijen bekend te maken persoon tot vereffenaar van het vermogen van Leaderland c.s. benoemd,
(ii) bepaald dat de aandelen die [B] , [C] en [A] houden in Leaderland c.s. gedurende de periode van vereffening ten titel van beheer zijn overgedragen aan de vereffenaar,
(iii) met ingang van de periode van vereffening de bij de beschikking van 22 april 2016 en de ontbindingsbeschikking getroffen voorzieningen tot verlenging van de benoeming van Jaakke tot bestuurder van Leaderland c.s. en tot het voor de duur van twee jaar ten titel van beheer overgedragen blijven van de aandelen van Leaderland c.s. aan Hammerstein beëindigd,
(iv) voor het geval de periode van vereffening niet voor 22 april 2018 is aangevangen, de benoeming van Jaakke tot bestuurder van Leaderland c.s. verlengd vooralsnog met een periode van twee jaar, te rekenen vanaf 22 april 2018, en bepaald, eveneens voor dat geval, dat de aandelen die [B] , [C] en [A] houden in Leaderland c.s. vooralsnog voor de duur van twee jaar, te rekenen vanaf 22 april 2018, ten titel van beheer overgedragen blijven aan Hammerstein.
1.11
[A] heeft cassatieberoep ingesteld tegen de ontbindingsbeschikking. [A] heeft dat beroep nadien ingetrokken. Op 18 mei 2018 is de zaak bij de Hoge Raad doorgehaald.
1.12
Bij brief van mr. Evers van 30 augustus 2018 hebben Leaderland c.s. de Ondernemingskamer verzocht een persoon als vereffenaar aan te wijzen als bedoeld in de ontbindingsbeschikking.
1.13
Mr. Meijer heeft zich namens [C] bij e-mail van 30 augustus 2018 uitgelaten over het verzoek van Leaderland c.s.
1.14
Mr. Arslan en zijn kantoorgenoot mr. Y. Ersoy hebben zich namens [B] bij e-mail van 5 september 2018 uitgelaten over het verzoek van Leaderland c.s.

2.De gronden van de beslissing

2.1
Nu de ontbindingsbeschikking in kracht van gewijsde is gegaan, zal de Ondernemingskamer een vereffenaar aanwijzen als bedoeld in de ontbindingsbeschikking en zal de Ondernemingskamer Jaakke en Hammerstein per heden ontheffen uit hun functie.
2.2
In hun reactie op het verzoek van Leaderland c.s. hebben [C] en [B] een tussen Leaderland c.s. en [A] gesloten overeenkomst – onder de voorwaarde dat de aan te wijzen vereffenaar de overeenkomst zal goedkeuren – strekkende tot verkoop van activa van Leaderland c.s. aan [A] . De Ondernemingskamer gaat aan die bezwaren voorbij omdat die niet kunnen afdoen aan de aanwijzing van de vereffenaar.

3.De beslissing

De Ondernemingskamer:
wijst aan als vereffenaar als bedoeld in de beschikking van 9 november 2017: mr. R. le Grand te Rotterdam;
ontheft met ingang van heden mr. J.C. Jaakke uit de functie van bestuurder van Leaderland TTM B.V., Leaderland TTM I B.V., Leaderland TTM II B.V. en Leaderland TTM III B.V.;
ontheft met ingang van heden mr. E. Hammerstein uit de functie van beheerder van aandelen in Leaderland TTM B.V., Leaderland TTM I B.V., Leaderland TTM II B.V. en Leaderland TTM III B.V.;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. G.C. Makkink, voorzitter, mr. M.M.M. Tillema en mr. A.J. Wolfs, raadsheren, en prof. dr. M.N. Hoogendoorn en dr. P.M. Verboom, raden, in tegenwoordigheid van mr. S.M. Govers, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de Ondernemingskamer van 17 september 2018.