ECLI:NL:GHAMS:2018:3351
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Klacht van het Bureau Financieel Toezicht tegen een gerechtsdeurwaarder wegens het niet voeren van administratie en het niet indienen van jaarcijfers
In deze zaak heeft het Bureau Financieel Toezicht (BFT) een klacht ingediend tegen een gerechtsdeurwaarder wegens verschillende overtredingen van de Gerechtsdeurwaarderswet (Gdw). De gerechtsdeurwaarder wordt verweten dat zij geen administratie heeft gevoerd, geen beschikking had over haar kwaliteitsrekening, de jaarcijfers over 2016 niet heeft ingediend en een bewaringstekort niet heeft gemeld. De kamer voor gerechtsdeurwaarders te Amsterdam heeft de klacht gegrond verklaard en de maatregel van ontzetting uit het ambt opgelegd, met een termijn van één jaar. Het hof heeft de bestreden beslissing vernietigd, maar de klachtonderdelen 1 t/m 3 gegrond verklaard en de maatregel van ontzetting bevestigd. Het hof oordeelt dat de gerechtsdeurwaarder verantwoordelijk blijft voor het voeren van een administratie, ook al heeft zij deze taken uitbesteed aan een andere gerechtsdeurwaarder. De gerechtsdeurwaarder heeft erkend dat zij de jaarcijfers niet tijdig heeft ingediend, wat ook als tuchtrechtelijk laakbaar wordt beschouwd. De gerechtsdeurwaarder is inmiddels gedefungeerd, maar dit staat de oplegging van de maatregel van ontzetting niet in de weg. De kostenveroordeling is vastgesteld op € 1.000,- in plaats van de gebruikelijke € 3.000,-, rekening houdend met de financiële situatie van de gerechtsdeurwaarder.