ECLI:NL:GHAMS:2018:2230
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Klacht tegen gerechtsdeurwaarder en intrekking hoger beroep
In deze zaak heeft de voormalig gerechtsdeurwaarder, hierna aangeduid als appellante, op 22 februari 2018 een beroepschrift ingediend tegen een beslissing van de kamer voor gerechtsdeurwaarders te Amsterdam. Deze beslissing, genomen op 26 januari 2018, verklaarde de klacht van de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders (KBvG) gegrond en legde de gerechtsdeurwaarder de maatregel van ontzetting uit het ambt op, met een termijn van één jaar zoals bepaald in artikel 43 lid 8 van de Gerechtsdeurwaarderswet. Op 3 mei 2018 ontving het hof een verweerschrift van de KBvG, en op 18 juni 2018 diende de gerechtsdeurwaarder een brief in waarin zij haar hoger beroep introk. Het hof heeft vervolgens beoordeeld dat, nu de gerechtsdeurwaarder het hoger beroep heeft ingetrokken, zij niet in het beroep kan worden ontvangen. De beslissing van het hof, gegeven op 3 juli 2018, verklaart de gerechtsdeurwaarder niet-ontvankelijk in het hoger beroep.