ECLI:NL:GHAMS:2018:2230

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
3 juli 2018
Publicatiedatum
4 juli 2018
Zaaknummer
200.233.977/01 GDW
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Klacht tegen gerechtsdeurwaarder en intrekking hoger beroep

In deze zaak heeft de voormalig gerechtsdeurwaarder, hierna aangeduid als appellante, op 22 februari 2018 een beroepschrift ingediend tegen een beslissing van de kamer voor gerechtsdeurwaarders te Amsterdam. Deze beslissing, genomen op 26 januari 2018, verklaarde de klacht van de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders (KBvG) gegrond en legde de gerechtsdeurwaarder de maatregel van ontzetting uit het ambt op, met een termijn van één jaar zoals bepaald in artikel 43 lid 8 van de Gerechtsdeurwaarderswet. Op 3 mei 2018 ontving het hof een verweerschrift van de KBvG, en op 18 juni 2018 diende de gerechtsdeurwaarder een brief in waarin zij haar hoger beroep introk. Het hof heeft vervolgens beoordeeld dat, nu de gerechtsdeurwaarder het hoger beroep heeft ingetrokken, zij niet in het beroep kan worden ontvangen. De beslissing van het hof, gegeven op 3 juli 2018, verklaart de gerechtsdeurwaarder niet-ontvankelijk in het hoger beroep.

Uitspraak

beslissing
___________________________________________________________________ _ _
GERECHTSHOF AMSTERDAM
afdeling civiel recht en belastingrecht
zaaknummer : 200.233.977/01 GDW
nummer eerste aanleg : C/13/633783 / DW RK 17/801
beslissing van de notaris- en gerechtsdeurwaarderskamer van 3 juli 2018
inzake
[naam] ,
voormalig gerechtsdeurwaarder te [plaats] ,
appellante,
gemachtigde: mr. J.D. van Vlastuin, advocaat te Veenendaal,
tegen
Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders (KBvG),
gevestigd te Den Haag,
geïntimeerde,
gemachtigde: mr. [naam] .

1.Het geding in hoger beroep

1.1.
Appellante (hierna: de gerechtsdeurwaarder) heeft op 22 februari 2018 een beroepschrift met bijlagen bij het hof ingediend tegen de aan deze beslissing gehechte beslissing van de kamer voor gerechtsdeurwaarders te Amsterdam (hierna: de kamer) van 26 januari 2018. De kamer heeft in de bestreden beslissing de klacht van geïntimeerde (hierna: de KBvG) gegrond verklaard en de gerechtsdeurwaarder de maatregel van ontzetting uit het ambt opgelegd, waarbij de termijn als bedoeld in artikel 43 lid 8 Gerechtsdeurwaarderswet is bepaald op één jaar.
1.2.
Het hof heeft op 3 mei 2018 een verweerschrift van de KBvG ontvangen.
1.3.
Van de zijde van de gerechtsdeurwaarder is op 18 juni 2018 een brief gedateerd 15 juni 2018 ter griffie van het hof ingekomen, waarin de gerechtsdeurwaarder het hoger beroep intrekt.

2.Beoordeling

Nu de gerechtsdeurwaarder het hoger beroep heeft ingetrokken, kan zij niet in het beroep worden ontvangen.

3.Beslissing

Het hof verklaart de gerechtsdeurwaarder niet-ontvankelijk in het hoger beroep.
Deze beslissing is gegeven door mrs. J.C.W. Rang, L.J. Saarloos en A.W. Jongbloed en in het openbaar uitgesproken op 3 juli 2018 door de rolraadsheer.