ECLI:NL:GHAMS:2018:3333

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
5 september 2018
Publicatiedatum
18 september 2018
Zaaknummer
15/152404-18
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Strafprocesrecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Opheffing voorlopige hechtenis in hoger beroep met betrekking tot ernstige bezwaren

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 5 september 2018 uitspraak gedaan in het hoger beroep van de verdachte, geboren in 1982 in Algerije, die zich op dat moment bevond in het huis van bewaring PI Noord Holland Noord - HvB Zwaag te Hoorn. De verdachte had hoger beroep ingesteld tegen de beschikking van de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, van 8 augustus 2018, waarin een bevel tot gevangenhouding was gegeven. Het hof heeft kennisgenomen van de akte van de griffier van de rechtbank en de stukken met betrekking tot de voorlopige hechtenis van de verdachte. Tijdens de zitting heeft het hof de advocaat-generaal en de verdachte gehoord, bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. J. Neervoort, die waarnam voor mr. G. Lieffijn.

Het hof heeft de beschikking waarvan beroep bekeken en is van oordeel dat er onvoldoende aanwijzingen zijn om te spreken van ernstige bezwaren met betrekking tot feit 1, zoals vermeld in de vordering inbewaringstelling. Echter, voor feit 2 zijn er nog wel voldoende ernstige bezwaren aanwezig. Gelet op de omstandigheden en de inhoud van artikel 67a, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering, concludeert het hof dat het beroep gegrond is en dat de voorlopige hechtenis van de verdachte dient te worden opgeheven.

De beslissing van het hof houdt in dat de beschikking waarvan beroep wordt vernietigd en dat de voorlopige hechtenis van de verdachte wordt opgeheven. Deze beschikking is gegeven in raadkamer door de voorzitter, mr. J.L. Bruinsma, en de raadsheren mrs. M. Lolkema en M. Hinskens - van Neck, in tegenwoordigheid van mr. S. Grote Ganseij als griffier. De advocaat-generaal heeft de beschikking ter kennis van de verdachte gebracht.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM,
MEERVOUDIGE STRAFKAMER, RAADKAMER
BESCHIKKINGin raadkamer op het hoger beroep in de zaak van
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] (Algerije) op [geboortedatum] 1982,
ingeschreven op het adres [adres],
thans verblijvende in het huis van bewaring PI Noord Holland Noord - HvB Zwaag te Hoorn,
tegen de beschikking van de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem van 8 augustus 2018, houdende bevel tot zijn gevangenhouding.

De feiten en de rechtsgang

Het hof heeft kennis genomen van de akte van de griffier van de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem van 15 augustus 2018, waarbij namens de verdachte hoger beroep is ingesteld tegen voormelde beschikking van die rechtbank.
Het hof heeft gezien de beschikking waarvan beroep en heeft kennis genomen van de stukken betrekking hebbend op de voorlopige hechtenis van de verdachte en heeft gehoord de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door diens raadsvrouw mr. J. Neervoort, waarnemend voor mr. G. Lieffijn.

De beoordeling

Het hof verenigt zich met de beschikking waarvan beroep en de gronden waarop deze berust.
Ten aanzien van feit 1 zoals vermeld op de vordering inbewaringstelling is het hof van oordeel dat het dossier onvoldoende aanwijzingen bevat om in dit stadium van het onderzoek nog te kunnen spreken van ernstige bezwaren. Ten aanzien van feit 2 acht het hof nog wel voldoende ernstige bezwaren aanwezig. Het hof is echter van oordeel dat gelet op het voorgaande er thans sprake is van een situatie zoals bedoeld in artikel 67a, derde lid, Wetboek van Strafvordering.
Het vorenstaande leidt tot de conclusie dat het beroep gegrond is en dat de voorlopige hechtenis dient te worden opgeheven.

De beslissing

Het hof:
VERNIETIGT de beschikking waarvan beroep.
HEFT OP de voorlopige hechtenis van de verdachte.
Deze beschikking is gegeven op 5 september 2018 in raadkamer van dit hof door
mr. J.L. Bruinsma, voorzitter,
mrs. M. Lolkema en M. Hinskens - van Neck, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. S. Grote Ganseij als griffier.
De advocaat-generaal bij dit gerechtshof brengt vorenstaande beschikking ter kennis van de verdachte.
Amsterdam, 5 september 2018,
de advocaat-generaal