ECLI:NL:GHAMS:2018:3308

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
9 februari 2018
Publicatiedatum
12 september 2018
Zaaknummer
23-002429-16
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Nietigheid van de oproeping in hoger beroep wegens onjuiste betekening

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 9 februari 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam van 22 juni 2016. De verdachte, geboren in Roemenië, had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank. De zaak betrof de geldigheid van de oproeping voor de terechtzitting in hoger beroep. De oproeping was verzonden naar een adres in Roemenië, maar het hof constateerde dat de oproeping niet op de juiste wijze was betekend. Het hof heeft vastgesteld dat de oproeping niet was verzonden naar het adres dat als volledig adres van de verdachte was geregistreerd. Hierdoor was de oproeping nietig, omdat de verdachte niet op de juiste wijze was opgeroepen om in hoger beroep te verschijnen. Het hof heeft derhalve de oproeping in hoger beroep nietig verklaard.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-002429-16
datum uitspraak: 9 februari 2018
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 22 juni 2016 in de strafzaak onder parketnummer 13-701436-16 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] (Roemenië) op [geboortedatum] 1977,
adres: [adres 1].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 9 februari 2018.
Tegen voormeld vonnis is namens de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal.

Geldigheid van de dagvaarding

Getracht is de oproeping voor de terechtzitting in hoger beroep van 9 februari 2018 – blijkens de daarbij horende akte – te betekenen door toezending van de oproeping aan het adres [adres 2] in Roemenië, het adres waarop de verdachte blijkens de Informatiestaat SKDB-persoon van 4 december 2017 in de Basisregistratie Personen stond ingeschreven sinds 8 maart 2016. De oproeping is verzonden naar dit adres en op 5 december 2017 aan de griffier van de rechtbank uitgereikt.
In het proces-verbaal van de terechtzitting van 16 augustus 2016 van dit gerechtshof staat als adres van de verdachte opgenomen:
[adres 1]. Bij gelegenheid van die zitting is de voorlopige hechtenis van de verdachte geschorst. Het betreffende adres staat ook op de afzonderlijke schorsingsbeslissing vermeld. Het hof gaat er derhalve van uit dat dit het volledige adres van de verdachte is. Het hof heeft geconstateerd dat niet is getracht de oproeping toe te zenden aan voornoemd adres.
Uit hetgeen het hof hiervoor heeft vastgesteld volgt dat de oproeping om in hoger beroep op de terechtzitting te verschijnen niet op de bij de wet voorgeschreven wijze aan de verdachte is betekend. De oproeping dient op grond daarvan – nu de verdachte niet ter terechtzitting is verschenen – nietig te worden verklaard.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de oproeping in hoger beroep nietig.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. H.M.J. Quaedvlieg, mr. A.E. Kleene-Krom en mr. M.J.A. Duker, in tegenwoordigheid van mr. F. van den Brink, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
9 februari 2018.