ECLI:NL:GHAMS:2018:3291

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
11 september 2018
Publicatiedatum
11 september 2018
Zaaknummer
200.216.844/01 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Arrest inzake uitkoopprocedure en geheimhouding waarderingsrapport tussen Interlogic, Inc. en Fredwerk B.V.

In deze zaak, behandeld door de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam, gaat het om een uitkoopprocedure tussen Interlogic, Inc. en Fredwerk B.V. De zaak betreft een geschil over de waarde van aandelen in Logic Supply B.V. en de geheimhouding van een waarderingsrapport. Op 11 september 2018 heeft de Ondernemingskamer een arrest gewezen waarin het verbod aan Fredwerk B.V. om aan derden mededelingen te doen over de inhoud van het Fair Value-rapport werd verlengd. Dit verbod geldt vooralsnog tot de datum van het eindarrest in deze zaak. Tevens werd er een deskundige benoemd om de waarde van de aandelen in Logic Supply B.V. per 30 september 2016 te onderzoeken. De kosten van dit onderzoek zijn vastgesteld op maximaal € 30.000, exclusief omzetbelasting, en Interlogic, Inc. dient dit bedrag binnen twee weken te voldoen. De deskundige moet uiterlijk op 11 december 2018 zijn rapport indienen. De Ondernemingskamer heeft verder bepaald dat partijen in de gelegenheid worden gesteld om opmerkingen te maken over het onderzoek.

Uitspraak

arrest
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.216.844/01 OK
arrest van de Ondernemingskamer van 11 september 2018
inzake
de rechtspersoon naar het recht van Vermont, USA,
INTERLOGIC, INC.,
gevestigd te Vermont, USA,
EISER IN CONVENTIE,
VERWEERDER IN RECONVENTIE,
VERWEERDER IN HET INCIDENT,
advocaat:
mr. J. van der Steenhoven, kantoorhoudende te Amsterdam,
t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
FREDWERK B.V.,
gevestigd te Voorburg,
GEDAAGDE IN CONVENTIE,
EISERES IN RECONVENTIE,
EISERES IN HET INCIDENT,
advocaat:
mr. A.C. Kool, kantoorhoudende te Amsterdam.

1.Het verloop van het geding

1.1
Partijen zullen hierna worden aangeduid als Interlogic en Fredwerk.
1.2
Voor het verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar haar arrest van 27 maart 2018.
1.3
Bij dat arrest heeft de Ondernemingskamer – voor zover thans van belang – onder aanhouding van iedere verdere beslissing,
in het incident
  • Interlogic veroordeeld afschrift te verschaffen aan Fredwerk van het door Fair Value Consultants B.V. (hierna: Fair Value) opgestelde waarderingsrapport, inclusief alle daarbij behorende bijlagen;
  • Fredwerk verboden – vooralsnog tot en met de datum van de na te melden comparitie – aan derden mededelingen te doen omtrent de inhoud van het Fair Value-rapport, met dien verstande dat Fredwerk, onder het bedingen van geheimhouding, het rapport zal mogen verstrekken aan haar adviseurs met het oog op de in de hoofdzaak gevorderde uitkoop door Interlogic;
in het incident voorts en in de hoofdzaak
  • een comparitie gelast. Het doel van deze comparitie is, zo heeft de Ondernemingskamer in 3.5 en 3.7 van dat arrest overwogen, het geven van inlichtingen en het beproeven van een schikking in de hoofdzaak, en in het incident bespreken of en zo ja, onder welke voorwaarde(n) reden bestaat voor verlenging van het hierboven genoemde mededelingsverbod;
  • de zaak naar de rol verwezen voor het nemen door Interlogic van een conclusie van antwoord in reconventie;
  • Interlogic bevolen een afschrift van het Fair Value-rapport en het definitieve Stock Valuation Report van Scalar Group, Inc. (hierna: Scalar), inclusief bijlagen, toe te zenden aan de Ondernemingskamer.
1.4
Interlogic heeft bij conclusie van antwoord in reconventie in de hoofdzaak geconcludeerd dat Fredwerk niet-ontvankelijk is in haar vordering in reconventie en dat de Ondernemingskamer onbevoegd is van die vordering kennis te nemen, met veroordeling van Fredwerk in de kosten van de procedure in reconventie.
1.5
Op 5 juli 2018 is de in 1.3 bedoelde comparitie gehouden. Voorafgaand aan die comparitie zijn overgelegd:
- door Interlogic: afschriften van
 het Fair Value-rapport inclusief bijlagen;
 het Stock Valuation Report van Scalar voor Logic Supply, Inc., inclusief bijlagen, van 9 juni 2015;
 het Stock Valuation Report van Scalar voor Logic Supply B.V. (hierna: Logic Supply), inclusief bijlagen, van 9 juni 2015;
  • door Fredwerk: een beoordeling van het Fair Value-rapport door drs. M. Dekker van N=2 Advisory;
  • door Interlogic: een reactie op voornoemde beoordeling door drs. K.W.M. Scheepers MIF van Fair Value.
Bij die gelegenheid hebben de advocaten de standpunten van de onderscheiden partijen toegelicht; mr. Kool heeft dit gedaan aan de hand van – aan de Ondernemingskamer en de wederpartij overgelegde – aantekeningen en heeft de vordering van Fredwerk in reconventie ingetrokken. Partijen hebben tijdens de comparitie afspraken gemaakt over de wijze waarop hun geschil kan worden beslecht.

2.De gronden van de beslissing

2.1
Fredwerk heeft tijdens de comparitie verklaard dat zij haar standpunt dat het besluit van het bestuur van Logic Supply van 9 maart 2017 tot uitgifte aan Interlogic van nieuwe aandelen in Logic Supply – met uitsluiting van het voorkeursrecht van Fredwerk – is genomen met het oneigenlijke doel om Interlogic toegang tot deze uitkoopprocedure te verschaffen, niet langer handhaaft.
2.2
Tussen partijen is niet in geschil dat Interlogic de door Fredwerk gehouden aandelen in het geplaatste kapitaal van Logic Supply wenst te verwerven en dat Fredwerk die aandelen van de hand wenst te doen. Partijen twisten over wat een redelijke prijs is voor de aandelen.
2.3
Ter comparitie zijn partijen overeengekomen dat de in deze procedure vast te stellen uitkoopprijs gelijk is aan 25% van de waarde van alle aandelen in Logic Supply per 30 september 2016. In overeenstemming daarmee zal de Ondernemingskamer een onderzoek door een door haar te benoemen deskundige gelasten naar die waarde.
2.4
Verder zijn partijen tijdens de comparitie overeengekomen dat het verbod tot het doen van mededelingen zoals dat bij het arrest van 27 maart 2018 aan Fredwerk is opgelegd, na de comparitie blijft voortduren. Dienovereenkomstig zal de Ondernemingskamer het desbetreffende verbod verlengen, vooralsnog tot het in deze zaak te wijzen eindarrest. Partijen kunnen zich bij conclusie na deskundigenbericht uitlaten over de vraag of er grond is voor verlenging van het verbod tot na de datum van het eindarrest.
2.5
De Ondernemingskamer zal elke verdere beoordeling aanhouden.

3.De beslissing

De Ondernemingskamer:
in het incident
verbiedt Fredwerk B.V. – vooralsnog tot en met de datum van het in deze zaak te wijzen eindarrest – aan derden mededelingen te doen omtrent de inhoud van het Fair Value-rapport, met dien verstande dat Fredwerk B.V., onder het bedingen van geheimhouding, het rapport zal mogen verstrekken aan haar adviseurs met het oog op de in de hoofdzaak gevorderde uitkoop door Interlogic, Inc.
;
in de hoofdzaak
beveelt een onderzoek door dr. J. Vis MBA CMC RV FRICS te Amsterdam naar de waarde van alle aandelen in Logic Supply B.V. per 30 september 2016;
stelt het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten vast op € 30.000, de verschuldigde omzetbelasting daarin niet begrepen;
bepaalt dat Interlogic, Inc. binnen twee weken na heden dat bedrag dient te voldoen op een door de deskundige aan te duiden wijze, dan wel ten genoegen van de deskundige vóór aanvang van zijn werkzaamheden voor de betaling van dat bedrag zekerheid dient te stellen op een door de deskundige aan te duiden wijze en bepaalt dat de deskundige niet met zijn werkzaamheden behoeft aan te vangen dan nadat betaling of zekerheidsstelling plaats heeft gevonden;
bepaalt dat de deskundige bij zijn onderzoek partijen in de gelegenheid dient te stellen opmerkingen te maken en verzoeken te doen en dat uit het schriftelijk bericht dient te blijken dat aan dit voorschrift is voldaan;
bepaalt dat van de inhoud van de opmerkingen en de verzoeken van partijen in het schriftelijk bericht van de deskundige melding wordt gemaakt en dat, indien een partij schriftelijk opmerkingen aan de deskundige doet toekomen, zij daarvan terstond afschrift aan de wederpartij dient te doen toekomen;
bepaalt dat de deskundige uiterlijk op 11 december 2018 zijn schriftelijk en ondertekend bericht doet toekomen aan de griffier van de Ondernemingskamer;
bepaalt dat de griffier van de Ondernemingskamer onverwijld een afschrift van dit arrest en van het procesdossier aan de deskundige zal doen toekomen;
verwijst de zaak naar de terechtzitting van de Eerste Enkelvoudige Kamer voor de Behandeling van Burgerlijke Zaken (rol van de Ondernemingskamer) van dinsdag 11 december 2018 voor de indiening van het deskundigenbericht;
verklaart dit arrest uitvoerbaar bij voorraad;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gegeven door mr. G.C. Makkink, voorzitter, mr. M.M.M. Tillema en mr. A.J. Wolfs, raadsheren, drs. P.R. Baart en prof. dr. R.A.H. van der Meer RA, raden, in tegenwoordigheid van mr. F.L.A. Straathof, griffier, en door de rolraadsheer in het openbaar uitgesproken op 11 september 2018.