ECLI:NL:GHAMS:2018:3222

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
4 september 2018
Publicatiedatum
4 september 2018
Zaaknummer
23-003149-17
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Materieel strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging vonnis met bespreking bewijsverweer in verkeerszaak na ANPR-hit

Op 4 september 2018 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 5 september 2017 was gewezen. De zaak betreft een verdachte die in 1986 is geboren en die werd aangehouden naar aanleiding van een ANPR-hit tijdens een verkeerscontrole. De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep wordt bevestigd. De raadsman van de verdachte heeft betoogd dat de staandehouding onrechtmatig was en dat het bewijs dat hieruit voortkwam uitgesloten moest worden. Het hof heeft echter geoordeeld dat de verbalisanten ook zonder de ANPR-hit bevoegd waren om een verkeerscontrole uit te voeren en de verdachte staande te houden. Het hof heeft het verweer van de raadsman verworpen en bevestigd dat de verkeerscontrole rechtmatig was. Het hof heeft het vonnis waarvan beroep bevestigd, met inachtneming van de overwegingen met betrekking tot het bewijs.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-003149-17
datum uitspraak: 4 september 2018
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 5 september 2017 in de strafzaak onder parketnummer
96-099348-17 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1986,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
21 augustus 2018 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Tegen voormeld vonnis is namens de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de raadsman naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis waarvan beroep zal bevestigen.

Vonnis waarvan beroep

Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep en zal dit derhalve bevestigen met dien verstande dat de overweging ten aanzien van het bewijs wordt vervangen door de navolgende.

Bespreking bewijsverweer

De raadsman heeft zich terechtzitting in hoger beroep op het standpunt gesteld dat de staandehouding van de verdachte naar aanleiding van een ANPR-hit onrechtmatig is geweest en dat al hetgeen als gevolg daarvan is verkregen van het bewijs dient te worden uitgesloten. Niet duidelijk is op basis van welke informatie de verdachte is aangehouden, nu – ook achteraf – niet duidelijk is geworden waar de ANPR-hit uit bestond. Omdat slechts de bekennende verklaring van de verdachte als bewijs niet aan het vereiste wettelijk bewijsminimum voldoet, dient vrijspraak van het ten laste gelegde te volgen, aldus de raadsman.
Het hof verwerpt het verweer en overweegt als volgt.
Het enkele feit dat de ANPR-hit aanleiding is geweest voor een verkeerscontrole, doet niet af aan het feit dat de verbalisanten op grond van de Wegenverkeerswet ook zonder die “hit” bevoegd waren een verkeerscontrole uit te voeren en de verdachte staande te houden. Een dergelijke verkeerscontrole heeft ook daadwerkelijk plaatsgevonden, nu is gebleken dat bij de staandehouding van de verdachte zijn rijbewijs en kentekenpapieren zijn gevorderd. Dat niet duidelijk is geworden wat de reden was waarom het kenteken van de auto van de moeder van de verdachte in het ANPR was opgenomen, maakt dit oordeel van het hof niet anders.

BESLISSING

Het hof:
Bevestigt het vonnis waarvan beroep met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. M.M. van der Nat, mr. A.E. Kleene-Krom en mr. M.J.A. Duker, in tegenwoordigheid van
mr. D.J. Lutje Wagelaar, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 4 september 2018.
mr. A.E. Kleene-Krom is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
[…]