ECLI:NL:GHAMS:2018:3220

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
4 september 2018
Publicatiedatum
4 september 2018
Zaaknummer
23-003378-17
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Materieel strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis van de politierechter inzake meermalen gepleegde diefstal en huisvredebreuk

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 4 september 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in 1972, is veroordeeld voor meermalen gepleegde diefstal en huisvredebreuk. De tenlastelegging omvatte vier zaken, waarbij de verdachte onder andere een koffer en paspoort uit een hotel heeft gestolen, een fles wijn uit een supermarkt heeft weggenomen, en wederrechtelijk is binnengedrongen in een besloten lokaal van een winkelbedrijf. Het hof heeft de eerdere veroordeling van de politierechter vernietigd en de verdachte opnieuw veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes weken, met aftrek van voorarrest. Het hof overwoog dat de verdachte blijk gaf van een gebrek aan respect voor andermans eigendom en dat zijn eerdere veroordelingen in het nadeel van hem wogen. De straf is gegrond op de artikelen 57, 63, 138 en 310 van het Wetboek van Strafrecht, en het hof heeft geen aanleiding gezien om de straf te matigen, ondanks de verzoeken van de raadsman.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-003378-17
datum uitspraak: 4 september 2018
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 15 september 2017 in de gevoegde strafzaken onder de parketnummers 13-125816-17 en 13-128894-17 en 13-138170-17 en 13-152740-17 tegen
[verdachte],
geboren te (land onbekend) op [geboortedatum] 1972,
adres: [geboorteplaats]

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
21 augustus 2018 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Tegen voormeld vonnis is namens de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlasteleggingen

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
zaak A (parketnummer 13-125816-17):hij op of omstreeks 6 juli 2017 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen uit een hotel [naam] een koffer en/of een paspoort en/of een fotocamera en/of (andere) goederen, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] en/of (andere) gasten van dat hotel, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
zaak B (parketnummer 13-128894-17):hij op of omstreeks 11 juli 2017 te Amsterdam met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een fles wijn, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan het winkelbedrijf Albert Heijn bv, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
zaak C (parketnummer 13-138170-17):hij op of omstreeks 21 juli 2017 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, wederrechtelijk is binnengedrongen in een besloten lokaal gelegen/gevestigd aan de [adres 1] en in gebruik bij het winkelbedrijf Albert Heijn, althans bij een ander of anderen dan bij verdachte;
zaak D (parketnummer 13-152740-17):hij op of omstreeks 10 augustus 2017 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen drie, althans een of meer flessen wijn, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Albert Heijn (vestiging [adres 2]), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof in zaak A en zaak B tot een enigszins andere bewezenverklaring komt dan de politierechter.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het in zaak A, zaak B, zaak C en zaak D ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
zaak A (parketnummer 13-125816-17):hij op 6 juli 2017 te Amsterdam met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen uit een hotel [naam] een koffer en een paspoort en andere goederen, toebehorende aan [slachtoffer] en andere gasten van dat hotel;
zaak B (parketnummer 13-128894-17):hij omstreeks 11 juli 2017 te Amsterdam met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een fles wijn, toebehorende aan het winkelbedrijf Albert Heijn BV;
zaak C (parketnummer 13-138170-17):hij op 21 juli 2017 te Amsterdam wederrechtelijk is binnengedrongen in een besloten lokaal gevestigd aan de [adres 1] en in gebruik bij het winkelbedrijf Albert Heijn;
zaak D (parketnummer 13-152740-17):hij op 10 augustus 2017 te Amsterdam, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen drie flessen wijn, toebehorende aan Albert Heijn (vestiging [adres 2]).
Hetgeen in zaak A, zaak B, zaak C en zaak D meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het bewezen verklaarde is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het in zaak A, zaak B, zaak C en zaak D bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het in zaak A, zaak B en zaak C bewezen verklaarde levert op:
diefstal, meermalen gepleegd.
Het in zaak D bewezen verklaarde levert op:
in het besloten lokaal bij een ander in gebruik, wederrechtelijk binnendringen.

Strafbaarheid van de verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte ten aanzien van het in zaak A, zaak B, zaak C en zaak D bewezen verklaarde uitsluit, zodat de verdachte strafbaar is.

Oplegging van straf

De politierechter in de rechtbank Amsterdam heeft de verdachte voor het in eerste aanleg in zaak A, zaak B, zaak C en zaak D bewezen verklaarde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 weken met aftrek van het voorarrest.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis waarvan beroep gedeeltelijk zal bevestigen (met uitzondering van de vrijspraak met betrekking tot de fotocamera in zaak A).
De raadsman heeft verzocht een straf op te leggen waardoor de verdachte niet opnieuw gedetineerd raakt. Hij heeft daarbij verzocht rekening te houden met de tijd die de verdachte reeds in voorarrest heeft doorgebracht. Het voornemen bestond de verdachte een ISD-maatregel op te leggen, maar in eerste aanleg is uiteindelijk een gevangenisstraf voor de duur van 6 weken aan de verdachte opgelegd. De raadsman heeft verzocht de tijd die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht om die reden te compenseren.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan diefstal in een hotel. Een hotel is bij uitstek een plek waar hotelgasten zich veilig moeten kunnen wanen. De verdachte heeft hiermee blijk gegeven van een gebrek aan respect voor andermans eigendom. Door aldus te handelen heeft de verdachte veel ongemak voor de slachtoffers veroorzaakt.
Daarnaast heeft de verdachte zich tweemaal schuldig gemaakt aan winkeldiefstal en aan overtreding van een aan hem opgelegd verbod voor een winkelbedrijf. Met zijn handelwijze heeft de verdachte blijk gegeven geen respect te hebben voor het eigendomsrecht van het gedupeerde winkelbedrijf. Dergelijke feiten veroorzaken bovendien schade en overlast voor winkelbedrijven.
Blijkens een de verdachte betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 7 augustus 2018 is hij eerder ter zake van een soortgelijk feit onherroepelijk veroordeeld. Dit weegt in het nadeel van de verdachte.
Het hof acht, alles afwegende, een gevangenisstraf voor de duur van 6 weken met aftrek van voorarrest, passend en geboden. Het hof ziet in hetgeen de raadsman heeft aangevoerd geen aanleiding de verdachte een lagere straf op te leggen dan door de advocaat-generaal is gevorderd en door de politierechter in eerste aanleg aan de verdachte is opgelegd.
Het hof is ambtshalve bekend dat de verdachte in de zaak met parketnummer 23-000255-18 geruime tijd in voorarrest heeft doorgebracht, maar overweegt dat het wettelijke systeem geen grondslag biedt de verdachte ten aanzien van de straf in de onderhavige zaak daarin te compenseren. Voorts acht het hof, gelet op het herhaaldelijke strafbare gedrag van de verdachte, ook overigens geen termen aanwezig voor strafmatiging.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 57, 63, 138 en 310 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze wettelijke voorschriften worden toegepast zoals geldend ten tijde van het bewezen verklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het in de zaak met parketnummer
13-125816-17 en in de zaak met parketnummer 13-138170-17 en in de zaak met parketnummer
13-152740-17 en in de zaak met parketnummer 13-128894-17 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het in de zaak met parketnummer 13-125816-17 en in de zaak met parketnummer
13-138170-17 en in de zaak met parketnummer 13-152740-17 en in de zaak met parketnummer
13-128894-17 bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) weken.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. M.M. van der Nat, mr. A.E. Kleene-Krom en mr. M.J.A. Duker, in tegenwoordigheid van
mr. D.J. Lutje Wagelaar, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 4 september 2018.
mr. A.E. Kleene-Krom is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
[...]
.