ECLI:NL:GHAMS:2018:3219

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
4 september 2018
Publicatiedatum
4 september 2018
Zaaknummer
23-003818-17
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Materieel strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging vonnis in hoger beroep met betrekking tot strafmaat en recidive

Op 4 september 2018 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 13 oktober 2017 was gewezen. De zaak betreft een verdachte, geboren in 1972, die in hoger beroep is gegaan tegen een eerder vonnis. Het hof heeft het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep op 21 augustus 2018 gehouden en heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en de argumenten van de raadsman. De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis bevestigt, met uitzondering van de straf, en heeft een gevangenisstraf van 1 week geëist.

Het hof heeft het vonnis van de politierechter bevestigd, maar voegde een nadere overweging toe met betrekking tot de strafoplegging. De raadsman heeft verzocht om een straf die voorkomt dat de verdachte opnieuw gedetineerd raakt, en heeft daarbij verwezen naar de tijd die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht in een andere zaak. Het hof heeft echter geen aanleiding gezien om de straf te verlagen, mede gezien de recidive van de verdachte. Het hof overweegt dat de verdachte in een eerdere zaak al een gevangenisstraf van 6 weken had gekregen en dat er geen termen zijn voor strafmatiging.

De beslissing van het hof is om het vonnis waarvan beroep te bevestigen, met inachtneming van de overwegingen die zijn gemaakt. Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam en is openbaar uitgesproken op 4 september 2018. De rechter A.E. Kleene-Krom was niet in staat om het arrest mede te ondertekenen.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-003818-17
datum uitspraak: 4 september 2018
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 13 oktober 2017 in de strafzaak onder parketnummer
13-706516-17 tegen
[verdachte],
geboren te (land onbekend) op [geboortedatum] 1972,
adres: [geboorteplaats].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
21 augustus 2018 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Tegen voormeld vonnis is namens de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de raadsman naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis waarvan beroep zal bevestigen met uitzondering van de straf en de verdachte voor het ten laste gelegde zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 1 week.

Vonnis waarvan beroep

Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep en zal dit derhalve bevestigen met dien verstande dat het een nadere overweging toevoegt ten aanzien van de strafoplegging.

Strafoverweging

De raadsman heeft verzocht een straf op te leggen waardoor de verdachte niet opnieuw gedetineerd raakt. Hij heeft daarbij verzocht rekening te houden met de tijd die de verdachte in de zaak met parketnummer 23-000255-18 reeds in voorarrest heeft doorgebracht. In die zaak bestond het voornemen de verdachte een ISD-maatregel op te leggen, maar is er in eerste aanleg uiteindelijk een gevangenisstraf voor de duur van 6 weken aan de verdachte opgelegd. De raadsman heeft verzocht de tijd die de verdachte in die zaak in voorarrest heeft doorgebracht te compenseren met de straf in de onderhavige zaak.
Het hof ziet in hetgeen de raadsman heeft aangevoerd geen aanleiding de verdachte een lagere straf op te leggen dan door de politierechter in eerste aanleg aan de verdachte is opgelegd. Het hof is ambtshalve bekend dat de verdachte in de zaak met parketnummer 23-000255-18 geruime tijd in voorarrest heeft doorgebracht, maar overweegt dat het geen aanleiding ziet de verdachte daarvoor in de onderhavige zaak te compenseren. Voorts acht het hof, gelet op de veelvuldige recidive van de verdachte, ook overigens geen termen aanwezig voor strafmatiging.

BESLISSING

Het hof:
Bevestigt het vonnis waarvan beroep met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. M.M. van der Nat, mr. A.E. Kleene-Krom en mr. M.J.A. Duker, in tegenwoordigheid van
mr. D.J. Lutje Wagelaar, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 4 september 2018.
mr. A.E. Kleene-Krom is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
[...]