ECLI:NL:GHAMS:2018:3192

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
26 juli 2018
Publicatiedatum
3 september 2018
Zaaknummer
23-003039-17
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging vonnis eerste aanleg met toevoeging van artikel 63 Sr in hoger beroep

Op 26 juli 2018 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in de strafzaak met parketnummer 23-003039-17, waarbij het hof het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 16 augustus 2017 heeft bevestigd. De verdachte, geboren in 1984 en zonder vaste woon- of verblijfplaats, had hoger beroep ingesteld tegen het eerder uitgesproken vonnis. Tijdens de zitting op 12 juli 2018 heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, die dezelfde straf als in eerste aanleg heeft gevorderd. De verdediging heeft argumenten aangedragen met betrekking tot de straftoemeting, maar het hof heeft deze niet als voldoende geacht om tot andere overwegingen te komen dan reeds in het vonnis van de politierechter zijn vervat.

Het hof heeft in zijn beslissing benadrukt dat het vonnis waarvan beroep wordt bevestigd, met de toevoeging van artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht. Dit artikel betreft de mogelijkheid om bij de straftoemeting rekening te houden met de omstandigheden van de verdachte. Het hof heeft geen aanleiding gezien om af te wijken van de eerdere beslissing van de politierechter, ondanks de inbreng van de raadsman tijdens de zitting in hoger beroep. De uitspraak is gedaan door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof, waarbij mr. M.C.A.E. van Binnebeke niet in staat was om het arrest mede te ondertekenen.

De uitspraak is openbaar gedaan en de betrokken partijen zijn op de hoogte gesteld van de beslissing van het hof. Het arrest is gepubliceerd op rechtspraak.nl en is toegankelijk via de ECLI-code ECLI:NL:GHAMS:2018:3192.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-003039-17
datum uitspraak: 26 juli 2018
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 16 augustus 2017 in de strafzaak onder parketnummer
13-702326-17 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboorteplaats] 1984,
zonder vaste woon- of verblijfplaats hier ten lande.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 12 juli 2018 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Namens de verdachte is hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de raadsman naar voren hebben gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld tot dezelfde straf als door de rechter in eerste aanleg opgelegd.

Vonnis waarvan beroep

Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep en zal dit derhalve bevestigen met dien verstande dat het hof artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht aan de toepasselijke wettelijke voorschriften toevoegt. Daarbij wordt opgemerkt, dat hetgeen de raadsman ter terechtzitting in hoger beroep naar voren heeft gebracht met betrekking tot de straftoemeting, het hof niet heeft gebracht tot andere overwegingen dan reeds vervat in het vonnis van de politierechter.

BESLISSING

Het hof:
Bevestigt het vonnis waarvan beroep met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. W.M.C. Tilleman, mr. A.M. Kengen en mr. M.C.A.E. van Binnebeke, in tegenwoordigheid van mr. S. Pesch, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
26 juli 2018.
Mr. M.C.A.E. van Binnebeke is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.