Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
Zoals door hem zelf omschreven is [appellant] bezig geweest met het voldoen aan de doelstellingen die we hebben afgesproken. Waarover adjunct-directeur [Y] en ondergetekende in een gesprek op 22 september wel ons ongenoegen hebben geuit, is de weinig flexibele en soms zelfs onplezierige werkhouding van [appellant] . We hebben regelmatig het idee dat we onderwerpen en taken bij hem ‘door de strot moeten duwen’, terwijl ons werk juist een grote mate van flexibiliteit vereist. Dit roept bij ons en anderen irritatie op, is echt onvoldoende en vereist onmiddellijke verbetering.”
“Donderdagochtend 8 oktober en donderdagmiddag 15 oktober hebben jij, [Y] (cc) en ondergetekende twee gesprekken gevoerd over jouw functioneren. Aanleiding daarvoor waren jouw werkhouding en jouw manier van communiceren, met name in de afgelopen weken. Het is helaas bepaald niet de eerste keer dat wij hier met jou over hebben gesproken. (...) Dit alles geeft mij geen andere keuze dan - als laatste waarschuwing - zeer ingrijpende afspraken met je te maken over je communicatie, werkhouding en flexibiliteit. In hoofdlijnen hebben we die afgelopen donderdag reeds besproken. Volgende week zal ik deze afspraken concreter vastleggen in en officieel verbeterplan (...) Zoals ik in beide gesprekken al heb gesteld, mag duidelijk zijn dat het niet per onmiddellijke ingang wijzigen van jouw opstelling niet zonder arbeidsrechterlijke consequenties kan blijven.”
Gedurende de komende periode zullen we het VP opnieuw beoordelen. Hierbij laat ik je weten dat het uitblijven van verbetering in je functioneren kan leiden tot aanvullende verbeterpunten, herplaatsing in een andere functie of beëindiging van je dienstverband. Sinds september vorig jaar zijn wij met jou in gesprek over jouw functioneren. Dit is een finale kans om te komen tot een structurele en blijvende verbetering daarvan. Eind februari 2016 zullen we een eindevaluatie hebben, waarin we bepalen of jouw dienstverband kan worden voortgezet.”
Kortom: ik zie wel verbetering ten opzichte van de vorige periode, maar ben zeker nog niet overtuigd.”
“Met deze mail bevestig ik dat ik je zojuist heb laten weten je dienstverband bij Reed Business te willen beëindigen. De reden is dat je - bezien over de volle periode van ruim drie maanden - niet of in ieder geval onvoldoende voldoet aan de afspraken die we hebben gemaakt in het door jou ondertekende verbeterplan (...)”.
Met de gehele redactie zitten we hier om zes uur nog te werken om het blad naar de drukker te krijgen. (...) Deze situatie is kenmerkend voor mijn bezwaren tegen jouw werkhouding. (...) Jij pakte even over vijven je biezen. Je had op z’n minst aan mij of een van de collega ‘s kunnen vragen of je nog wat voor ons had kunnen doen, zoals we ook in het verbeterplan hadden afgesproken.”
“Ondertussen heb je echter afgelopen maandag aan [Z] (cc) van HR
Het positieve van het gesprek van maandag is dat je naar aanleiding van de door mij genoemde voorbeelden aangaf dat het voor jou nu duidelijk is je wat er van je wordt verwacht en waarom. Voor het vervolg: we verlengen je verbetertraject tot eind juni. De daarin besproken verbeterpunten blijven van kracht.”
“(...) Op jouw verzoek ben ik tijdelijk op de vrijdagen aanwezig geweest. Dit in afwijking van de toezegging bij mijn indiensttreding dat ik die vrijdag thuis kon werken. Dit als arbeidsvoorwaarde. Het toch op vrijdag op kantoor werken was wegens het door jou geïnitieerde verbetertraject - wat daar verder van zij. Nu dit is beëindigd, stel ik ook voor dat ik vanaf deze week dus weer op vrijdag vanuit huis werk. Het tweede punt betreft de vergoeding van juridische kosten. [Z] heeft mij verteld dat dit tot € 500 vergoed zou worden. Ik heb dan ook een jurist geraadpleegd en die heeft mij geadviseerd. Toen ik vorige week met haar over deze kosten sprak, stelde ze zich op het standpunt dat dit alleen geldt als wij overeenstemming hadden bereikt over een beëindigingsovereenkomst. Dit is mij destijds niet verteld en lijkt mij ook niet logisch. Je kan niet overeenstemming bereiken over iets wat nog getoetst moet worden. Daarnaast zijn de kosten nog wel hoger geweest, dus ik zou het chic vinden als over deze € 500 niet moeilijk wordt gedaan”.
“In het gesprek met […] heb ik gesteld dat ik tevreden was over de verbeteringen die je hebt laten zien en dat ik van je verwacht dat je die ook zult doortrekken, inclusief je aanwezigheid op kantoor. Dit zal ik zoals gezegd ook in je PDP Midterm opnemen en dit zat ook meespelen bij je PDP-beoordeling. Dus ik verwacht je ook vrijdag op kantoor. (…) Verder zouden de kosten voor een advocaat alleen worden vergoed als onderdeel van een regeling. Aangezien wij geen regeling met elkaar hebben getroffen, worden die kosten ook niet vergoed. (...).”
“De afspraken die zijn gemaakt in het kader van het verbetertraject in de eerste helft van dit jaar zijn in de tweede helft van het jaar integraal onderdeel van de PDP-afspraken en wegen ook zwaar weer in de eindbeoordeling.”
“Zoals afgesproken verwacht ik je vrijdag gewoon op kantoor.”[appellant] heeft geweigerd zijn thuiswerkdag in te leveren. Vanaf 9 september 2016 is hij enige tijd niet meer op vrijdag op kantoor verschenen.
“(...) Nu je herhaaldelijk en ondanks diverse waarschuwingen niet bereid bent om te voldoen aan mijn redelijke verzoeken cq instructies laat ik je bij deze weten dat als jij volgende week vrijdag weer niet op kantoor komt, dat niet anders geïnterpreteerd kan worden dat jij simpelweg geen opvolging geeft aan redelijke instructies en op die wijze geen werkzaamheden kan c.q. hoeft te verrichten. Hier vloeit uit voort dat het loon voor de dag dat je niet op kantoor komt ook niet betaald zat worden. (...).”
“(...) Volledigheidshalve wijzen wij u er overigens op dat de heer [appellant] afgelopen vrijdag niet op kantoor is verschenen hetgeen tot gevolg heeft dat van hem ook niet verwacht wordt op die dag te werken en er ook geen salaris zal worden betaald over deze dag. Voorgaande is reeds herhaaldelijk aangekondigd in het geval uw cliënt blijft weigeren verzoeken c.q. instructies van zijn werkgever op te volgen”.