27.10.Ingeval de huurovereenkomst niet aan Coffee Company wordt overgedragen is het de Coffee Company-partner toegestaan de huurovereenkomst voort te zetten, evenwel met uitsluiting van het voortzetten in welke vorm dan ook met een partij die een soortgelijke formule exploiteert.
d. Dam Spirit heeft van 1 december 2005 tot en met 30 november 2013 op de begane grond van het pand een Coffee Company gedreven. De licentieovereenkomst, die aanvankelijk voor 5 jaar was gesloten, is middels een allonge, gedateerd op 5 juli 2011, met drie jaar verlengd tot en met 30 november 2013. De bepalingen van de licentieovereenkomst zijn van kracht gebleven, behoudens (wijzigingen in ) artikel 11.3, 23.1.b., 23.1.c en 23.1.d en een aanpassing van de staffel voor de franchisefee.
e. Coffeecompany, die in 2011 door het internationale koffie- en theebedrijf DE Master Blenders 1753 is overgenomen, heeft in een e-mail van 9 oktober 2013 aan Dam Spirit voorgesteld om de licentieovereenkomst wederom te verlengen, onder dezelfde voorwaarden als in de allonge bepaald. In dezelfde e-mail heeft Coffeecompany meegedeeld dat zij de vestiging zelf wil voortzetten indien partijen over die verlenging geen overeenstemming zouden bereiken.
f. Partijen hebben over de voorwaarden waaronder de licentieovereenkomst verlengd zou moeten worden langdurig overlegd maar geen overeenstemming bereikt. De licentieovereenkomst is daardoor per 30 november 2013 geëindigd.
g. Bij brief van 29 november 2013 heeft Dam Spirit aan Coffeecompany gevraagd om binnen 5 dagen een lijst van goederen te verstrekken die zij retour wilde hebben en meegedeeld dat als Dam Spirit niet tijdig vernam, de goederen aan derden zouden worden verkocht. Coffeecompany heeft Dam Spirit geen lijst verstrekt.
h. Bij dagvaarding van 29 april 2014 heeft Coffeecompany Dam Spirit in kort geding gedagvaard wegens overtreding van - kort gezegd - het in de licentieovereenkomst opgenomen non-concurrentiebeding. In die procedure heeft Coffeecompany tevens gevorderd dat Dam Spirit op grond van artikel 27 van die overeenkomst haar onderneming en de huurovereenkomst aan Coffeecompany zou overdragen. De voorzieningenrechter heeft de vordering van Coffeecompany wegens overtreding van het non-concurrentiebeding toegewezen en die tot overdracht van de onderneming en de huurovereenkomst afgewezen. Het vonnis is in hoger beroep bekrachtigd. Dam Spirit is andere horeca-activiteiten in het pand gestart.
i. Bij brief van 26 februari 2015 heeft Coffeecompany Dam Spirit gesommeerd eigendommen die zich nog onder Dam Spirit zouden bevinden, waaronder een lichtbak (Twirl), zes parasols en drie zonweringen, terug te geven. Daarnaast heeft Coffeecompany aanspraak gemaakt op betaling van twee onbetaald gebleven facturen voor franchise fee en licentie fee ICT over november 2013 van in totaal € 7.425,99, met wettelijke rente van € 744,95 en buitengerechtelijke kosten van € 776,81.
j. Dam Spirit heeft de gevraagde goederen niet geretourneerd en de facturen niet voldaan. Zij heeft zich beroepen op verrekening met het bedrag van in totaal
€ 6.603,49 dat Coffeecompany volgens een eerder door haar (Coffeecompany) verzonden spreadsheet "Eindafrekening" nog aan Dam Spirit verschuldigd zou zijn.
In die spreadsheet is vermeld dat Coffeecompany nog € 2.325,82 en € 115,20 aan Dam Spirit moet voldoen voor strippenkaarten en koffie kaartjes alsmede een post "Omzet staffel" van € 4.162,47. Bij de post "Omzet staffel" is de volgende noot geplaatst:
"*** (…) Wel staat duidelijk vermeld, dat het alleen berekend kan worden na overlegging van een door een accountant goedgekeurde jaarrekening. Wij herhalen nogmaals, dat dat niet is gebeurd. Voor afsluiting van het boekjaar zijn de problemen ontstaan. Wij hebben tot op de dag van vandaag geen jaarrekening ontvangen. De berekening die hierboven opgenomen staat is gebaseerd op een inschatting onzerzijds en er kunnen geen rechten aan ontleend worden."
k. In artikel 23 lid 2 van de licentieovereenkomst, waarin over omzetgerelateerde vergoedingen die Dam Spirit aan Coffeecompany moet voldoen zijn geregeld, is het volgende bepaald:
"De hoogte van de verschuldigde vergoedingen, als bedoeld in lid 1 sub b. tot en met d., wordt jaarlijks achteraf definitief vastgesteld aan de hand van de door de Coffee Company-partner vastgestelde jaarrekening over het betreffende boekjaar, zoals bedoeld in artikel 13.3."
In artikel 13 lid 3 staat:
"In verband met nacalculatie en verrekening en dergelijke van de door partijen verschuldigde vergoedingen zal de Coffee Company-partner in ieder geval eenmaal per jaar (…) een jaarrekening aan Coffee Company verstrekken. Deze jaarrekening dient te voldoen aan de eisen zoals opgenomen in het handboek en kan aan een accountant ter controle worden aangeboden."
3.2.1Coffeecompany heeft in eerste aanleg in conventie (kort weergegeven) gevorderd:
I. een gebod aan Dam Spirit om haar huurrechten van de vestiging aan de
Dam 8-10 begane grond aan Coffeecompany aan te bieden, alsmede al het nodige te doen om een indeplaatsstelling van Coffeecompany, dan wel een door haar aan te wijzen derde als huurder te realiseren, op straffe van een dwangsom;
II. een verbod om de indeplaatsstelling te frustreren, ook op straffe van een dwangsom;
III. een verklaring voor recht dat Coffeecompany gerechtigd is tot voortzetting en
overname van de onderneming van Dam Spirit in de vestiging aan de
Dam 8-10 begane grond, tegen boekwaarde dan wel tegen een door een deskundige te bepalen waarde:
IV. een bedrag van € 50.000,00 als voorschot op de vergoeding voor schade die Coffeecompany heeft geleden in de periode dat haar vanaf de datum waartegen de licentieovereenkomst is opgezegd (
vanaf 1 december 2013, hof) de exploitatie ten onrechte is onthouden en veroordeling van Dam Spirit tot vergoeding van de schade, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;
V. veroordeling tot betaling van de facturen van € 7.425,99, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente en met de buitengerechtelijke kosten ad € 776,81;
VI. veroordeling van Dam Spirit tot teruggave van de goederen zoals de lichtbak,
lichtreclame, parasols en zonweringen, op straffe van een dwangsom;
VII. veroordeling van Dam Spirit in de kosten van de procedure met nakosten.
3.2.2Coffeecompany heeft aan haar vordering ten grondslag gelegd, kort weergegeven, dat zij bij beëindiging van de franchise op grond van artikel 27 lid 2 jo 27.9 van de licentieovereenkomst het recht heeft om de onderneming en huurrechten van Dam Spirit over te nemen, dat zij bij e-mail van 9 oktober 2013 aan Dam Spirit van dat recht gebruik heeft gemaakt en dat Dam Spirit weigert om die verplichting na te komen.
Ten aanzien van de overige vorderingen heeft Coffeecompany gesteld dat Dam Spirit haar eigendommen niet heeft teruggegeven en twee facturen onbetaald heeft gelaten.
3.2.3Dam Spirit heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Zij heeft onder meer aangevoerd dat Coffeecompany geen recht heeft op overname van de onderneming en de huurrechten omdat de licentieovereenkomst niet is opgezegd maar van rechtswege is beëindigd en dat Coffeecompany dat recht bovendien niet tijdig heeft ingeroepen. Ten aanzien van de openstaande facturen heeft Dam Spirit - onder verwijzing naar de bij rov. 3.1 sub j genoemde spreadsheet 'Eindafrekening'- een beroep gedaan op verrekening met een tegenvordering op Coffeecompany van € 6.603,49.
Dam Spirit heeft op haar beurt in (deels voorwaardelijke) reconventie gevorderd:
A.
primairontbinding van de licentieovereenkomst per datum vonnis, met veroordeling van Coffeecompany tot een schadevergoeding van € 100.000,00,
subsidiairverklaring voor recht dat Coffeecompany ten koste van Dam Spirit is verrijkt, met veroordeling van Coffeecompany tot een schadevergoeding van € 100.000,00 en
meer subsidiairverklaring voor recht dat Coffeecompany onrechtmatig heeft gehandeld, ook weer met een schadevergoeding van € 100.000,00;
B. verklaring voor recht dat Coffeecompany misbruik van procesrecht heeft gemaakt, dan wel onrechtmatig jegens Dam Spirit heeft gehandeld, met een nader te bepalen schadevergoeding (na specificatie bij akte);
C. veroordeling van Coffeecompany tot betaling van het bedrag van € 6.603,49 dan wel te bepalen dat Dam Spirit dit bedrag mag verrekenen;
D.
primairverklaring voor recht dat de artikelen 27 leden 2, 3 en 9 van de licentieovereenkomst onredelijk bezwarend zijn en buitengerechtelijk zijn vernietigd door Dam Spirit, en
subsidiairdie bepalingen op genoemde grond te vernietigen;
alsmede
E. voorwaardelijk - indien de uitleg van Coffeecompany moet worden gevolgd - de licentieovereenkomst te vernietigen op grond van dwaling;
F. voorwaardelijk - ingeval de vorderingen van Coffeecompany niet (volledig) worden toegewezen - veroordeling van Coffeecompany in de buitengerechtelijke kosten voor het voeren van verweer ad € 6.775,00;
G. veroordeling van Coffeecompany in de proceskosten,
te voldoen binnen veertien dagen na vonnis en te vermeerderen met wettelijke rente indien (tijdige en integrale) betaling door Coffeecompany uitblijft en een en ander voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad.
3.3.1De kantonrechter heeft in conventie het beroep van Dam Spirit op verrekening gehonoreerd en Coffeecompany € 822,50 aan hoofdsom en € 776,81 aan buitengerechtelijke kosten toegewezen. De overige vorderingen van Coffeecompany zijn afgewezen. De kantonrechter oordeelde - voor zover in hoger beroep van belang - dat de uitleg die Coffeecompany aan artikel 27 van de licentieovereenkomst geeft, te weten dat zij ook bij een beëindiging van rechtswege het recht heeft om de onderneming en de huurrechten van Dam Spirit over te nemen, niet volgt uit de tekst van de bepaling dan wel uit de stukken en haar evenmin logisch voorkomt en dat zelfs indien Coffeecompany daarin wel zou moeten worden gevolgd, dit niet tot toewijzing kan leiden omdat Coffeecompany Dam Spirit niet 60 dagen voor het tijdstip van beëindiging van de licentieovereenkomst op de hoogte heeft gesteld van haar wens om de onderneming voort te zetten.
3.3.2In reconventie heeft de kantonrechter de vorderingen van Dam Spirit afgewezen. De kantonrechter heeft geoordeeld dat van wanprestatie door Coffeecompany niet is gebleken en ten aanzien van het gestelde misbruik van procesrecht overwogen dat de vorderingen van Coffeecompany niet zodanig onwaarschijnlijk zijn dat
Coffeecompany niet had mogen proberen om deze in rechte geldend te maken. Het beroep op verrekening is - zoals gezegd - in conventie gehonoreerd. Aan een beoordeling van de overige vorderingen van Dam Spirit onder D, E en F is de kantonrechter niet toegekomen.
3.3.3De kantonrechter heeft de proceskosten in conventie en in reconventie gecompenseerd.