2.1De kantonrechter heeft in het bestreden vonnis van 29 maart 2016 onder 1.1 tot en met 1.25 de feiten vastgesteld die zij tot uitgangspunt heeft genomen. Met grief 1 richt Ymere zich ook tegen deze feitenvaststelling, namelijk waar onder 1.7 van de feiten is miskend wat in de indeplaatsstellingsovereenkomst van 18 mei 2009 is opgenomen. Het hof zal daarmee hierna onder 2.1.7 rekening houden. Voor het overige zijn deze feiten in hoger beroep niet in geschil en dienen derhalve ook het hof als uitgangspunt. Samengevat en waar nodig aangevuld met andere feiten die zijn gebleken uit de niet (voldoende) weersproken stellingen van partijen komen de feiten, voor zover in hoger beroep nog van belang, neer op het volgende.
2.1.1.Kenniscentrum Vandaag en Ymere zijn met ingang van 1 januari 2008 een schriftelijke huurovereenkomst voor de duur van vijf jaar met elkaar aangegaan, waarbij Ymere heeft verhuurd 618 m² (later uitgebreid met 51 m²) van de bedrijfsruimte gelegen aan de [adres] (hierna: het gehuurde). Het gehuurde is onderdeel van een gemeentelijk monument, ontworpen door Aldo van Eyk. De huurovereenkomst is verlengd tot 1 januari 2018.
2.1.2.Het gehuurde is verhuurd als bedrijfsruimte en is bestemd om te worden gebruikt als kinderdagverblijf.
2.1.3.Op de huurovereenkomst zijn de zogenoemde algemene bepalingen huurovereenkomst kantoorruimte en andere bedrijfsruimte in de zin van artikel 7:230 A BW (2003) van de ROZ van toepassing (hierna: de algemene bepalingen). In artikel 11.6 is onder meer bepaald dat huurder geen recht heeft op huurprijsvermindering in geval van vermindering van huurgenot ten gevolge van gebreken, waaronder die ten gevolge van zichtbare en onzichtbare gebreken aan het gehuurde of het gebouw of complex waarvan het gehuurde deel uitmaakt.
2.1.4.In artikel 3 van de algemene bepalingen is overeengekomen dat sprake is van een gebrek van het gehuurde als het gezien de staat of gezien een eigenschap of een andere niet aan huurder toe te rekenen omstandigheid niet aan huurder het genot kan verschaffen dat huurder daarvan bij het aangaan van de huurovereenkomst mag verwachten.
2.1.5.In artikel 8.9 van de huurovereenkomst is overeengekomen dat in afwijking van artikel 3 van de algemene bepalingen de volgende zaken geen gebreken zijn in de zin van artikel 7:204 lid 2 BW:
- alle genotbeperkende omstandigheden die niet de stoffelijke toestand van het gehuurde betreffen;
- alle voorzieningen met betrekking tot onder andere brand, centrale verwarming en water, die bij het aangaan van de huurovereenkomst niet of onvoldoende aanwezig zijn en die nadien (al dan niet op grond van een overheidsvoorschrift) aangebracht of aangepast moeten worden, dan wel die aanwezig zijn, maar waaraan zonder toestemming wijzigingen zijn aangebracht.
2.1.6.In artikel 8.13 van de huurovereenkomst is opgenomen dat Ymere op de hoogte is van het feit dat DKW per 1 mei 2008 Kindercentrum Vandaag zal overnemen.
2.1.7.In artikel 8.15 is overeengekomen dat Ymere uiterlijk eind april 2008 een update zal geven van de op handen zijnde groot onderhoudsplannen.
2.1.8.In een mail van 17 april 2008 heeft DKW aan Ymere geschreven dat zij wil afspreken dat het regelmatig brekend glas voor rekening van Ymere blijft totdat dit probleem bij de renovatie zal zijn opgelost, waarna herstel van glasbreuk voor rekening en risico van DKW zal komen. Ymere heeft hiermee ingestemd en heeft hierbij opgemerkt dat de groot onderhoudswerkzaamheden na de bouwvak van 2008 in september 2008 starten.
2.1.9.Krachtens een op 18 mei 2009 getekende overeenkomst tot indeplaatsstelling tussen Ymere, Kindercentrum Vandaag en DKW is DKW per 1 mei 2008 in de plaats van Kindercentrum Vandaag getreden. Onder punt 5 van de overeenkomst tot indeplaatsstelling heeft DKW verklaard het gehuurde te hebben bezichtigd en genoegen te nemen met de staat waarin het zich bevindt. Onder punt 7 is bepaald dat alle bepalingen en voorwaarden van de huurovereenkomst van kracht blijven, voor zover daarvan bij deze overeenkomst niet is afgeweken. DKW is in het gehuurde een kinderdagverblijf gaan exploiteren.
2.1.10.Bij brief van 26 oktober 2009 heeft DKW geklaagd over onder meer gebreken aan het gehuurde en heeft zij verzocht of Ymere kan aangeven wat zij wanneer gaat doen.
2.1.11.Bij brief van 12 april 2010 heeft DKW Ymere verzocht gebreken aan het glas in de serre/het trappenhuis, de verkeersruimte en lekkages te herstellen.
2.1.12.Op 12 juli 2012 is Ymere met de commanditaire vennootschap Danzep C.V. overeengekomen het gehuurde met ingang van 1 oktober 2012 voor de duur van vijf jaar aan Danzep C.V. te verhuren, waarna Danzep C.V. verplicht is het gehuurde in eigendom te verwerven. Tussen Ymere en DKW is een bijlage bij een allonge overeengekomen, waarin onder meer procesafspraken met betrekking tot onderhoudsgebreken zijn overeengekomen. Die afspraken houden - samengevat - in dat als Danzep Hotels, na enkele malen aantoonbaar melden aan en door Ymere, onderhoudsgebreken die conform de huurovereenkomst voor rekening van Ymere horen te komen niet adequaat verhelpt, de gebreken door Ymere zullen worden verholpen. DKW is de huur met betrekking tot het gehuurde aan Ymere blijven betalen.
2.1.13.Bij brief van 19 december 2013 is Ymere namens DKW verzocht om de gebreken op te lossen, om de huur te reduceren en om DKW schadeloos te stellen. Het betreft de volgende gebreken: opkomend grondwater in de hal, structurele lekkages in de platte daken, structureel uitvallen van de Cv-installatie, structureel uitvallen van de lift, structureel uitvallen van de elektriciteitsvoorziening en schimmelvorming door vochtoverlast. Bij brief van 11 februari 2014 heeft Ymere alle aansprakelijkheid van de hand gewezen.
2.1.14.Bij brief van de raadsman van DKW van 18 april 2014 aan onder andere Ymere is het onder 2.1.13 gedane verzoek herhaald.
2.1.15.In opdracht van DKW heeft bureau Intoarchitecture op 14 augustus 2015 een bouwkundig rapport uitgebracht met haar bevindingen over de staat van het gehuurde.
2.1.16.Aan DKW is kenbaar gemaakt dat de huurovereenkomst niet verlengd zal worden. DKW heeft bij de kantonrechter een voorwaardelijk verzoek tot ontruimingsbescherming gedaan.