Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.[geïntimeerde sub 1] ,
[geïntimeerde sub 2],
1.Verder verloop van het geding in hoger beroep
overgenomen door Paroplant.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Amsterdam diende, gaat het om een hoger beroep van [appellant], in zijn hoedanigheid als bestuurder van Thebanias Holding B.V., tegen [geïntimeerde sub 1] en [geïntimeerde sub 2]. De zaak betreft een geschil over de bekrachtiging van een huurovereenkomst door Paroplant, een vennootschap die door [appellant] werd vertegenwoordigd. Het hof heeft eerder op 5 september 2017 een tussenarrest uitgesproken en partijen hebben getuigenverhoren laten plaatsvinden. De bewijslevering heeft geleid tot de conclusie dat [appellant] niet in zijn bewijsopdracht is geslaagd. Het hof heeft vastgesteld dat de getuigenverklaringen van [appellant] en zijn getuige [X] onvoldoende bewijs opleverden om de stelling dat Paroplant de huurovereenkomst had bekrachtigd te onderbouwen. Het hof heeft de verklaringen van [geïntimeerde sub 1] als getuige als geloofwaardig beoordeeld en geconcludeerd dat er geen aanvullende bewijzen zijn die de getuigenverklaring van [appellant] voldoende geloofwaardig maken. Hierdoor is [appellant] aansprakelijk voor de schade die [geïntimeerden] lijden als gevolg van de niet-nakoming van de verplichtingen uit de huurovereenkomst door Paroplant. De zaak is verwezen naar de rol voor een akte aan de zijde van [appellant] om te reageren op de schadevergoeding die door [geïntimeerden] is gevorderd.