Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.[geïntimeerde 1] ,
[geïntimeerde 2],
[geïntimeerde 3],
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
Preliminary Statement Incorporated. The Preliminary Statement constitutes an integral part of this Agreement and is incorporated herein by this reference.
Submission of Dispute to Arbitration. [appellante 1] / [appellante 2] and [naam 1] each hereby agree to submit all disputes, controversies or claims arising out of or relating to the Settlement Agreement, (whether or not such disputes, controversies or claims are arbitrable under applicable law) to be finally settled by arbitration by Amnon [naam 1] , a member of the Israel and New York bars (the “Arbitrator”), on the terms and conditions set forth in this Agreement. The award of the Arbitrator shall be final and binding upon the Parties and judgment upon such award may be entered in any court in Amsterdam having jurisdiction or application may be made to such a court for a judicial acceptance of such award and a judgment or order of enforcement, as the case may be. The Parties jointly and severally engage [naam 2] , Adv. of the law firm of [bedrijf] together with such other attorneys and assistants from such firm as he may reasonably designate (collectively, “Judgment Counsel”) to represent them in connection with the application to be made to such a court for a judicial acceptance of such award and/or a judgment or order of enforcement, as the case may be. Arbitration hearings shall be held in Amsterdam and/or New York, at the election of the Arbitrator. The arbitration proceedings shall be conducted in the English language. The Arbitrator is authorized to act
ex aequeo et bono(and/or use principles of equity). The rules governing the arbitration are set forth in Schedule A hereto and are incorporated by this reference.
Fees and Expenses. Each of [appellante 1] / [appellante 2] on the one hand and [naam 1] on the other hand, shall pay one-half of the Arbitrator’s compensation and the expenses of the arbitration. The Arbitrator may render periodic bills for same. Each of [appellante 1] / [appellante 2] on the one hand and [naam 1] on the other hand, shall each pay one -half of the fees and expenses of Judgment Counsel incurred in connection with the application for judicial acceptance of the afore mentioned arbitration award and/or a judgment or order of enforcement.
Prior Representation. The Parties acknowledge that Arbitrator has and, in the future, may represent the Parties or any of them (and/or their respective affiliates) in connection with various matters. Each of the Parties acknowledge that they have given due consideration to the fact of such prior representations and possibilities of future representations and each waive any challenge to the award of the Arbitrator based upon any prior or future relationship of any of the parties hereto or their affiliates with the Arbitrator. The parties each state that the fact that they each respectively have had prior relationships with the Arbitrator is a material reason for their selecting the Arbitrator to determine their dispute. The appointment of Arbitrator as the arbitrator hereunder and his actions hereunder shall not restrict, limit or prohibit the Arbitrator or his law firm from representing either [naam 1] and/or [appellante 1] / [appellante 2] and/or their respective affiliates as counsel in connection with any other matter. The appointment of Judgment Counsel hereunder and his/their actions hereunder shall not restrict, limit or prohibit Judgment Counsel from representing [naam 1] in connection with any other matter.
Consent to Jurisdiction. Each of the Parties hereby irrevocably consents to the jurisdiction of the courts of the Kingdom of the Netherlands, located in Amsterdam for all purposes in connection with any dispute, controversy or claim arising out of or in connection with this Agreement, the arbitration proceedings hereunder and any arbitration award hereunder and agrees that such courts are a convenient forum. The Parties each further consents that any summons, process or notice of motion or other application to any of said courts or a judge thereof may be served inside or outside of Amsterdam by registered or certified mail, return receipt requested, addressed to a Party at its address set forth above or at such other address designated by a Party, or in such other manner as may be permissible under the rules of said court.
Counterparts. This Agreement may be executed in several counterparts, each of which shall be deemed to be an original, but which together shall constitute one and the same instrument.
Section Headings. The section headings contained in this Agreement are inserted for convenience of reference only and shall not affect the meaning or interpretation of this Agreement.
Agreementrefereert aan
Schedule A.
Schedule Aluidt als volgt:
1.Jurisdiction
2.Exchange of Information
3.Date, Time, and Place of Hearing
4.Attendance at Hearings
5.Representation
6.Arbitration in the Absence of a Party or Representative
7.Conduct of Proceedings
8.Evidence
9. Evidence by Affidavit and Post-Hearing Filing of Documents or Other Evidence
10.Interim Measures
11.Closing of Hearing
12.Waiver of Rules
13.Serving of Notice
14.Time of Award
15.Form of Award
16.Scope of Award
17.Award upon Settlement
18.Delivery of Award to Parties
19.Modification of Award
20.Applications to Court and Exclusion of Liability
21.Expenses
22.Interpretation and Application of Rules
Agreementbedoelde heer [naam 1] een
Final Awardafgegeven. Deze
Final Awardluidt, voor zover hier van belang:
[geïntimeerden]], Claimants
[appellante 1] ]and [
[appellante 2] ], Respondents.
UNDERSIGNED ARBITRATOR DOES DETERMINE, ORDER AND AWARD AS FOLLOWS:
(volgt handtekening [naam 1] - hof)
Agreementen de
Final Awardhet volgende. [appellanten] (gecontroleerd door de heer [Y] ) hebben vanaf 1992 tientallen miljoenen US dollars aan [geïntimeerden] geleend. [geïntimeerden] voldeden niet aan hun terugbetalingsverplichtingen, hetgeen heeft geleid tot de
Forbearance and Settlement Agreementvan 30 september 2001, op basis waarvan [appellanten] zouden afzien van een deel van hun vorderingen onder de voorwaarde dat [geïntimeerden] de afgesproken aflossingen zouden nakomen. [geïntimeerden] kwamen de afgesproken aflossingen in eerste instantie in beperkte mate na en na verloop van tijd niet meer. Eind 2011 geraakte een vennootschap van [Y] (niet zijnde [appellante 1] of [appellante 2] ) in ernstige liquiditeitsproblemen, waarop [Y] contact zocht met de advocaat van [geïntimeerden] , de heer [naam 1] , teneinde te onderzoeken of het mogelijk was om de vorderingen op [geïntimeerden] op korte termijn liquide te maken. [naam 1] kwam echter met een ander voorstel, namelijk dat de investeringen die [Y] had gedaan in Bulgaarse zonneparken zouden worden gekocht door [geïntimeerden] en [X] (andere cliënten van [naam 1] ) voor € 21 miljoen terwijl de schulden van [geïntimeerden] aan [appellanten] ad USD 49 miljoen zouden worden kwijtgescholden. Dit was weliswaar zeer onvoordelig voor [Y] , maar gezien zijn nijpende financiële situatie meende hij niet anders dan akkoord te kunnen gaan. [naam 1] stelde echter als voorwaarde dat de transacties met [geïntimeerden] en [X] moesten worden geregeld in een ‘arbitrage-procedure’ in plaats van vastlegging ervan in overeenkomsten. [Y] ontving vervolgens min of meer onverwacht de
Final Award. Betaling voor de Bulgaarse zonneparken heeft (een vennootschap van) [Y] nooit ontvangen.
Final Awardís dus geen arbitraal vonnis. Primair vorderen [appellanten] dan ook een verklaring voor recht dat de
Final Awardgeen arbitraal vonnis is en dus ook niet de rechtsgevolgen van een arbitraal vonnis heeft, zoals de mogelijkheid van erkenning of tenuitvoerlegging. Voor zover de
Final Awardwel als een arbitraal vonnis moet worden aangemerkt, moet het worden vernietigd, hetgeen subsidiair wordt gevorderd. Ten eerste moet de
Final Awardals arbitraal vonnis worden vernietigd omdat om verschillende redenen een geldige arbitrageovereenkomst ontbreekt (artikel 1065 lid 1 sub a Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering [Rv]): de Agreement is aangegaan onder de opschortende voorwaarde van het sluiten van een transactie omtrent de Bulgaarse zonneparken, welke voorwaarde niet is vervuld; de
Agreementis niet ongedwongen, vrijwillig en ondubbelzinnig aangegaan; de
Agreementis bij brief van 23 februari 2015 vernietigd op grond van misbruik van omstandigheden, bedrog en dwaling. Ten tweede moet de
Final Awardals arbitraal vonnis worden vernietigd omdat [naam 1] zich als arbiter niet aan de opdracht heeft gehouden (artikel 1065 lid 1 sub c Rv): er was geen geschil tussen [appellanten] en [geïntimeerden] zodat er geen opdracht was waaraan [naam 1] zich kon houden, terwijl [naam 1] zich ook niet heeft gehouden aan de procedurele bepalingen van de
Agreementomtrent het houden van zittingen, het naar voren kunnen brengen van standpunten en kosten ( [appellanten] wisten niet eens dat de arbitrale procedure was begonnen en ontvingen min of meer onverwacht de
Final Awardzonder dat daarin iets was bepaald over de kosten, terwijl [naam 1] overigens wel een factuur stuurde). Ten derde moet de
Final Awardals arbitraal vonnis worden vernietigd omdat het niet op de juiste wijze is ondertekend en niet met redenen is omkleed (artikel 1065 lid 1 sub d Rv): de woonplaatsen van de betrokkenen en de plaats van de arbitrage worden niet vermeld, de gronden van de beslissing ontbreken althans de motivering is aanstonds onbegrijpelijk en een duidelijke beslissing ontbreekt ook, terwijl het vermeende dictum onbegrijpelijk is. Ten vierde moet de
Final Awardals arbitraal vonnis worden vernietigd omdat het vonnis, althans de wijze waarop het tot stand is gekomen, in strijd met de openbare orde of de goede zeden is (artikel 1065 lid 1 sub e Rv): hoor en wederhoor is geschonden en [naam 1] was noch onafhankelijk noch onpartijdig. Aldus, samengevat, de door [appellanten] in de hoofdzaak ingestelde eis en de gronden daarvoor.
Final Awardte erkennen en verlof tot tenuitvoerlegging in Nederland te verlenen. De voorzieningenrechter heeft na een tussenbeschikking van 23 december 2013 en het horen van getuigen uiteindelijk bij beschikking van 23 december 2014 beslist dat de
Final Awardwordt erkend in Nederland, zulks op basis van de notie dat partijen het er kennelijk over eens zijn dat de
Final Awardmoet worden beschouwd als een in de VS gewezen arbitraal vonnis. Het verlof tot tenuitvoerlegging is door de voorzieningenrechter afgewezen omdat de beslissing van [naam 1] niet vatbaar voor executie is, althans dat [geïntimeerden] bij dat verlof geen belang hebben. Tegen de beschikking van de voorzieningenrechter is door [appellanten] hoger beroep ingesteld.
‘Final Award’van [naam 1] van 10 mei 2012 in de arbitrage tussen (vennootschappen van) [X] en (vennootschappen van) [Y] . Als getuige in die zaak, welke zaak dus om hetzelfde feitencomplex draait als de onderhavige zaak tegen [geïntimeerden] , heeft [naam 1] , voor zover hier van belang voor de bepaling van tijd en plaats, het volgende verklaard op vragen van de advocaat van (vennootschappen van) [Y] :
3.Beoordeling
Final Award, als deze als een bestaand arbitraal vonnis kan worden beschouwd, een Nederlands arbitraal vonnis is, zodat de daartegen gerichte vernietigingsactie bij de Nederlandse rechter moet worden ingesteld.
Final Awardgeen arbitraal vonnis (“non-existent” ) is, zich derhalve ook niet leent voor erkenning of tenuitvoerlegging als arbitraal vonnis in Nederland of daarbuiten en waaraan ook niet de rechtsgevolgen zijn verbonden die de Nederlandse wet aan een arbitraal vonnis verbindt. De subsidiaire vordering betreft de vernietiging van de
Final Award.
Final Awardgeen arbitraal vonnis is omdat (om allerlei door hen aangevoerde redenen) geen werkelijke arbitrage heeft plaatsgevonden maar sprake was van een schijnarbitrage. De rechtbank heeft in rov. 4.10 van het vonnis geoordeeld dat zij niet bevoegd is ten aanzien van de primaire vordering. Zij heeft daartoe (onder meer) overwogen dat het doel van die vordering, te weten het in rechte non-existent doen zijn van de
Final Award, in wezen hetzelfde is als het doel van de subsidiaire vordering tot vernietiging van de
Final Award. [appellanten] hebben een drietal redenen aangevoerd waarom het oordeel van de rechtbank, dat zij (ook) onbevoegd is ten aanzien van de primaire vordering, onjuist is.
Final Awardis vastgelegd. De met de vordering beoogde terzijdestelling van de
Final Awardkomt volgens [geïntimeerden] neer op de vernietiging daarvan, althans is op zijn minst daaraan gelijk te stellen. Voorts hebben [geïntimeerden] het door [appellanten] aangevoerde verschil in rechtsgevolg van beide vorderingen bestreden door er op te wijzen dat ook indien de rechtbank zou oordelen dat de
Final Awardnon-existent zou zijn, dat als arbitraal vonnis in stand zal blijven in iedere jurisdictie waar dat vonnis erkend wordt en dat dat zeker het geval zal zijn in de staat New York omdat het zeer onwaarschijnlijk is dat de rechter in de staat New York een Nederlands vonnis, inhoudende dat de
Final Awardeen niet bestaand arbitraal vonnis is, zal erkennen omdat de
Final Awardals arbitraal vonnis volgens het recht van de staat New York bij gebreke van een tijdige vordering tot vernietiging in stand is gebleven.
Final Awardeen Nederlands arbitraal vonnis is en reeds daaraan haar bevoegdheid moeten ontlenen om kennis te nemen van de vordering tot vernietiging.
Agreementvolgt dat Nederland en Amsterdam respectievelijk het land en de plaats van arbitrage zijn. Uit art. 5 volgt dat gekozen is voor Nederland als plaats van arbitrage en voor toepassing van het Nederlandse arbitragerecht. Uit art. 2 volgt dat het depot, als bedoeld in art. 1058 lid 1 b Rv, van de
Final Awardbij de griffie van de rechtbank Amsterdam dient te geschieden en daaruit blijkt dat Amsterdam de plaats van arbitrage is en de vordering tot vernietiging ingesteld dient te worden bij de rechtbank Amsterdam.
Volgens [appellanten] doet de feitelijke plaats van de arbitrage hier niet aan af. Evenmin komt volgens [appellanten] betekenis toe aan het feit dat zij het depot hebben verzorgd. Op deze gronden stellen [appellanten] dat de rechtbank Amsterdam, dan wel de Nederlandse rechter, op grond van art. 1037 lid 1 Rv jo. art. 1064 lid 2 Rv bevoegd is om van de vordering tot vernietiging kennis te nemen.
Final Awardde plaats van arbitrage vermeld zou zijn, op grond van art. 5 van de
AgreementNederland vermeld had moeten worden.
Agreement, dat gelet op de aanhef
“Consent to Jurisdiction”en inhoud, als een forumkeuze voor de rechtbank te Amsterdam aangemerkt dient te worden, bevat geen enkel aanknopingspunt voor de aanwijzing van Amsterdam als de plaats van arbitrage. [appellanten] hebben onvoldoende feiten en omstandigheden aangevoerd waaruit volgt dat een forumkeuze als de onderhavige in het internationaal handelsverkeer tevens als een bepaling van de plaats van arbitrage geldt en dat partijen bij het sluiten van de arbitrageovereenkomst daar ook van uit zijn gegaan.
Agreementeen aanwijzing van Amsterdam als de plaats van arbitrage. Dat partijen met art. 2 beoogd hebben een afspraak te maken over de deponering van de
Final Awarddoor [naam 1] , zoals bedoeld in art. 1058 lid 1 Rv, volgt niet uit de tekst van art. 2 van de
Agreement. Uit de tekst van art. 2, te weten:
“for a judicial acceptance of such award and a judgment or order of enforcement”, volgt slechts dat de daarin opgenomen aanwijzing van de rechtbank Amsterdam betrekking heeft op de indiening van een verzoek tot erkenning en tenuitvoerlegging.
Agreementmet zich brengen dat Nederland dan wel Amsterdam als land of plaats van arbitrage is bepaald.
Final Awardgeen plaats van uitspraak staat vermeld. Bovendien staat in art. 2 noch art. 5 van de
Agreementeen verplichting te lezen dat in het arbitrale vonnis Amsterdam dan wel Nederland als plaats of land van arbitrage vermeld zou worden.
Agreement, [naam 1] evenmin een plaats van arbitrage heeft vastgesteld en de
Final Awardniet vermeldt op welke plaats die uitgesproken is, zal aan de hand van de feiten en omstandigheden met betrekking tot de arbitrage en de
Final Awardvastgesteld moeten worden of sprake is van een Nederlands of een buitenlands arbitraal vonnis.
Final Awardis naar het oordeel van het hof New York, zodat van een buitenlands arbitraal vonnis sprake is in de zin van art. 1075 Rv. Het hof licht dit oordeel als volgt toe.
“State of New York, Country of New York”staat vermeld. Deze objectieve feiten geven voldoende aanknopingspunten voor de vaststelling dat het arbitrale vonnis in New York gewezen is. Dit stemt overeen met de inhoud van een door de heer Friedman op 12 november 2015 ondertekende, en ten overstaan van public notary M. Greenberg-Cohen, notarieel verleden affidavit, waarin hij verklaart dat:
Agreement, gaat niet op omdat die verwijzingen geen betrekking hebben op Amsterdam of Nederland als plaats of land van respectievelijk de arbitrage of het arbitrale vonnis. Het feit dat op 18 april 2012 een zitting heeft plaatsgevonden op het kantoor van [Y] te Amsterdam levert onvoldoende aanknoping op om van een Nederlands arbitraal vonnis te kunnen spreken.