Uitspraak
mr. C.J. van Dijk, kantoorhoudende te Ede,
1.Het verloop van het geding
2.De feiten
De heer [E][gemachtigde van [C] , opm. OK]
vindt het vreemd dat mevrouw [B] de winst gedeeltelijk voor privé doeleinden gebruikt. Mevrouw [B] geeft aan dat dit al ruim 25 jaar op deze manier gaat, en dat dit in het verleden duidelijk is aangegeven. Mevrouw [B] geeft aan dat per 1 juli 2014 dit probleem is opgelost door op die datum op de loonlijst te komen bij de Vennootschap.”
De heren [F][gemachtigde van [A] , opm. OK]
en [E] vragen of de onderhoudsreserve gebruikt gaat worden voor onderhoud. De heer [G][waarnemend voorzitter voor [B] , opm. OK]
geeft aan dat dit in de toekomst wel zou kunnen. (…) De heer [F] vraagt of de opgebouwde reserves op een rekening staan. De heer [G] geeft aan dat dit niet het geval is. De heer [E] geeft aan dat de cash flow is verbeterd maar dit niet terug te zien is in de liquide middelen. Alles gaat naar de DGA, waarom is dat? (…) De heer [H][boekhouder van Okon Beheer, opm. OK]
geeft aan dat eind vorig jaar pas is afgesproken dat er salaris zou worden uitgekeerd. In boekjaar 2015 zal dit probleem niet meer spelen. (…) De heer [E] geeft aan dat de onderhoudsreserve gebruikt moet worden omdat het pand er slecht voor staat. De heer [G] geeft aan dat er geen geld is voor investeringen. (…)”
De heren [F] en [E] vragen of de onderhoudsreserve gebruikt gaat worden voor onderhoud. Mevrouw [B] geeft aan dat dit in de toekomst wel zou kunnen.”
De heer [F] vraagt of het pand verzekerd is. Mevrouw [B] geeft aan dat het pand verzekerd is. De heer [F] geeft aan dat bij de vorige vergadering de aandeelhouders beloofd is om de verzekeringspolis te verstrekken, dit is nog niet gebeurd. Mevrouw [B] geeft aan dit binnen een week aan te leveren.”
Op de onlangs gehouden aandeelhoudersvergadering is afgesproken om het overleg iz Okon te hervatten op 8 mei.