Uitspraak
mr. S.A. Tanen
mr. K. Prooij, beiden kantoorhoudende te Rotterdam,
mr. A.G.W. Verstraten, kantoorhoudende te Tilburg.
1.Het verloop van het geding
2.De feiten
met betrekking tot het voorgenomen besluit om Standard Aero B.V. te reorganiseren” staat onder meer het volgende:
(…)Achtergrond en beoogd besluit
3.Consequenties
Eerste reactie en vragen van de ondernemingsraad” op de adviesaanvraag heeft de ondernemingsraad op 28 februari 2018 onder meer een aantal vragen gesteld:
(…) De OR heeft besloten in deze eerste reactie (…) allereerst vragen te stellen op het hoogste beleidsmatige niveau (de ‘start’ van het initiatief- en beslissingsproces) (…)
U verwijst in uw reactie naar de leer van toerekening (…). Uitgaande van de toepasselijkheid van die toerekeningsgedachte richten uw vragen 1 t/m 11 zich op de acquisitie van Vector van november 2017. Dat besluit is echter geen besluit ten aanzien van de productieverplaatsing waarvan thans sprake is en op zichzelf niet adviesplichtig. Een van uw vragen ziet ook op het beleid zoals dat is ontwikkeld ten aanzien van de strategische relocatie van de productiefaciliteiten nadat die overname een feit was (uw vraag 12). Het besluit van de acquisitie van Vector is voor de Nederlandse onderneming een feit waardoor de overwegingen die bij dat besluit destijds betrokken zijn geweest, geen onderwerp uitmaken van de thans aan u voorgelegde adviesaanvraag. Uw vragen met betrekking tot de belangenafweging die heeft plaatsgevonden met betrekking tot het voorgenomen besluit om te komen tot productierelocatie, zijn uiteraard wel relevant en beantwoorden wij als volgt.
In de meeting van woensdag 4 april jl. heeft de Ondernemingsraad drie opties voorgelegd (met aflopende voorkeur), te weten:
Week 15 van 2018 zal door de Ondernemingsraad worden gebruikt om de door de Ondernemingsraad voor te stellen aanpassingen op het plan op hoofdlijnen te formuleren.
Eind week 15 zal de notitie worden ingeleverd bij [ [B] ].
(…)
(…) You also told us that Standard Aero does not prefer option 3 and therefore option 2 remains. Thereupon we agreed with you that we would try to draft a Plan B so that we can present it to you and discuss this plan with you. We also agreed that we would ask members of the management team and possible other employees with relevant knowledge of the company, to help us draft Plan B. On Monday 9 April 2018 our first meeting took place, (…).
(…) Uit uw brief van 12 april jl. zou kunnen worden afgeleid dat u meent nog over onvoldoende informatie te beschikken om over het voorgenomen besluit te kunnen adviseren en dat u anderzijds nog alternatieven zou willen onderzoeken.
(…) Er is geen enkele bijlage toegevoegd aan de adviesaanvraag en de adviesaanvraag voorziet slechts in een zeer summiere en incomplete onderbouwing van hoe het besluit om een groot deel van Tilburg te sluiten, tot stand is gekomen.
(…) De OR is van mening dat de (…) verstrekte informatie complex van aard is, moeilijk te begrijpen (…) PowerPoint presentaties zou bevatten, alsmede marktgegevens en overige informatie, die voor de OR niet eenvoudig te begrijpen is. Het is vanuit die optiek onbegrijpelijk waarom de OR niet serieus heeft willen deelnemen aan de door StandardAero uitgeschreven overlegvergaderingen en evenmin de mogelijkheid heeft aangegrepen tot het stellen van nadere vragen of het verzoeken om een concrete toelichting op specifieke onderdelen.
de herstructurering van het bedrijf en de daaruit voortvloeiende reorganisatie zoals opgenomen in de adviesaanvraag d.d. 20 februari 2018”. In de kennisgeving daarvan bij brief van 14 mei 2018 aan de ondernemingsraad staat onder meer het volgende:
Na de adviesaanvraag (…) heeft Standard Aero B.V. de OR tweemaal uitgenodigd (…) om eventuele vragen te beantwoorden of gewenste toelichting te verschaffen, inclusief het bespreken van (…) (het zogenaamde “19-vragen document”). De specifiek uitgeschreven overlegvergadering op 28 maart 2018 (…) werd vrijwel direct na het openen (…) op initiatief van de OR beëindigd (…). De vragen 1 tot en met 11 (van de 19 vragen) zijn niet beantwoord omdat de overname van Vector niets te maken had – en heeft – met het huidige voorgenomen besluit. Alle andere vragen (…) zijn uitgebreid beantwoord (…) StandardAero B.V. heeft zelfs, toen zij meende te constateren dat bij de OR nog vragen leefden, op een nieuwe overlegvergadering aangedrongen (in lijn met de met de OR gemaakte afspraken) om mogelijke vragen te beantwoorden (…). Zo was het, waar nodig, vrij eenvoudig geweest om toe te lichten welke rol het ontbreken van de vereiste vergunningen voor onderhoudswerkzaamheden, bij StandardAero B.V. in Tilburg, heeft gespeeld. (…) Deze licenties zijn slechts tegen zeer hoge bedragen (vele miljoenen) te verkrijgen hetgeen veel extra investeringen zou vergen terwijl op andere locaties deze vergunningen dus wel aanwezig zijn (…).
(…) The (intended) decision to move the maintenance activities of Tilburg to other repair facilities within the international group to which StandardAero B.V. belongs, was made after the presentation of findings of the IMO to the StandardAero Executive Leadership Team (ELT) on 19 January 2018.”
3.De gronden van de beslissing
achtergrond en beoogd besluit” waar Standard Aero ingaat op de overname van Vector, de in verband daarmee in gang gezette “
onmiddellijke en grondige evaluatie van zijn[Standard Aero’s, toev. OK]
mondiale faciliteiten” en de bevindingen van het IMO in dat kader (zie 2.10 hiervoor). De uit Tilburg te verplaatsen werkzaamheden gaan naar overgenomen Vector-vestigingen. Ook op de zitting is naar voren gekomen dat de overname van Vector heeft geleid tot het voorgenomen besluit tot reorganisatie van de vestiging Tilburg. Op gespannen voet hiermee staat de mededeling in het besluit van Standard Aero dat de vragen 1 tot en met 11 niet zijn beantwoord omdat de overname van Vector niets te maken heeft met het besluit tot de reorganisatie van de vestiging in Tilburg. Dat partijen het erover eens zijn dat het besluit tot de overname van Vector op zichzelf niet adviesplichtig is, laat onverlet dat vragen van de ondernemingsraad daarover in het licht van het besluit tot reorganisatie van de vestiging in Tilburg, waaronder de verplaatsing van werkzaamheden naar voormalige Vector-vestigingen wel relevant kunnen zijn. Zo heeft de ondernemingsraad op goede gronden gesteld deze informatie nodig te hebben om te kunnen bepalen hoe en wanneer de overname van Vector invloed heeft gehad op de plannen tot reorganisatie van de vestiging in Tilburg en sinds wanneer Standard Aero daarbij betrokken is en zij het voorgenomen besluit tot reorganisatie van de vestiging Tilburg in voorbereiding had. Door beantwoording van deze vragen te weigeren is dit alles niet vast te stellen terwijl het evenmin valt op te maken uit de adviesaanvraag. In het licht van de volharding in de weigering om de gestelde vragen te beantwoorden (laatstelijk nog bij brief van 19 april 2018 van [B] ) acht de Ondernemingskamer het niet onbegrijpelijk dat de ondernemingsraad de overlegvergadering van 25 april 2018 waarvoor hij door [B] was uitgenodigd, niet meer heeft afgewacht en op 19 april 2018 zijn advies heeft uitgebracht (zie 2.16 en 2.17 hiervoor).
vrij eenvoudig (was) geweest om toe te lichten welke rol het ontbreken van de vereiste vergunningen (…) heeft gespeeld”. Zij had die toelichting al uit eigen beweging bij haar adviesaanvraag moeten verstrekken. Voorts is Standard Aero op dit punt niet consequent in de motivering van haar (voorgenomen) besluit. Zo is het ontbreken van de licentie in de adviesaanvraag niet voldoende kenbaar aan het voorgenomen besluit ten grondslag gelegd (“
evaluatie van onze mondiale licenties”), terwijl het in het besluit is opgevoerd als een van de overwegingen in de door Standard Aero gemaakte belangenafweging (zie 2.19 hiervoor). Nog daargelaten dat moet worden getwijfeld aan de houdbaarheid van dit argument, nu de ondernemingsraad, ook ter zitting bij monde van zijn lid [F] , onweersproken heeft gesteld dat inmiddels is voorzien in de vereiste licentie voor het verrichten van onderhoudswerkzaamheden in Tilburg.
4.De beslissing
de herstructurering van het bedrijf en de daaruit voortvloeiende reorganisatie zoals opgenomen in de adviesaanvraag d.d. 20 februari 2018”;