2.6.Nadien zijn er verscheidene e-mailberichten tussen (de advocaat van) klaagster en (een collega van) de gerechtsdeurwaarder gewisseld. Hierin staat onder meer het volgende vermeld.
E-mail van 8 februari 2017, 10:35 (en 13:22) uur, aan (de collega van) de gerechtsdeurwaarder:
“De besloten vennootschap [BV] heeft zich tot mij gewend met het verzoek haar belangen te behartigen nadat zij afgelopen week geconfronteerd werd met een beslaglegging op haar bankrekening.
Cliënte was onbekend met de dagvaarding, het vonnis alsook de betekening daarvan. De heer [de heer A] , adviseur van cliënte, heeft u hier reeds over benaderd.
Mag ik van u per ommegaande de betekenings- en beslagstukken ontvangen.
Ik zal mij vandaag hieromtrent ook tot de gemachtigde van [naam rekwirante] , mr. (..), wenden en er zal een verzetdagvaarding worden opgesteld en uitgebracht.”
E-mail van 8 februari 2017, 13:39 uur, aan (de advocaat van) klaagster:
“Uw bericht ontvingen wij in goede orde.
Morgen wordt een afschrift van het beslag aan uw cliënt betekend. Mijn collega zal een afschrift van de titel en het betekeningsexploot voor uw cliënt meenemen.
Volledigheidshalve informeer ik u dat het vonnis op 23 december 2016 aan mevrouw [X] in persoon is betekend.”
E-mail van 8 februari 2017, 13:50 uur, aan (de collega van) de gerechtsdeurwaarder:
“Graag ontvang ik per ommegaande het stuk waaruit de betekening aan mevrouw [X] blijkt, nu dit wordt betwist.
Cliënte stelt zich dan ook op het standpunt dat de betekening niet correct heeft plaatsgevonden en de beslaglegging onrechtmatig is.
In de verzet-procedure zal hierop nader worden ingegaan, naast uiteraard de betwiste vordering zoals opgenomen in het verstekvonnis.
Ik zie het stuk graag tegemoet.”
E-mail van 8 februari 2017, 14:41 uur, aan (de advocaat van) klaagster:
“Onder verwijzing naar de bijlage, deze stukken worden uw cliënt nu voor de derde maal overhandigd.”
E-mail van 9 februari 2017 aan (de collega van) de gerechtsdeurwaarder:
“Mevrouw [X] betwist het afschrift van het exploot van de betekening overhandigd te hebben gekregen op 23 december 2016.
Mag ik van de gerechtsdeurwaarder vernemen op welk tijdstip dit is geschied.”
E-mail van 10 februari 2017 aan (de advocaat van) klaagster:
“Ik kan u informeren dat de betekening van 23 december 2016 heeft plaatsgevonden om 13:50 uur.”