ECLI:NL:GHAMS:2018:1160

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
10 april 2018
Publicatiedatum
11 april 2018
Zaaknummer
200.230.259/01 GDW
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenbeslissing in hoger beroep inzake klacht tegen gerechtsdeurwaarder met betrekking tot overleggen van schriftelijke verklaringen

In deze zaak heeft klaagster op 21 december 2017 een beroepschrift ingediend tegen de beslissing van de kamer voor gerechtsdeurwaarders te Amsterdam, die op 28 november 2017 de klacht van klaagster tegen de gerechtsdeurwaarder ongegrond heeft verklaard. De zaak is behandeld ter openbare terechtzitting van het hof op 5 april 2018, waar de gemachtigde van klaagster en de gerechtsdeurwaarder, vergezeld van zijn gemachtigde, aanwezig waren. Tijdens deze zitting heeft de gemachtigde van klaagster pleitnotities overgelegd aan het hof.

Het hof heeft in deze tussenbeslissing besloten om, alvorens inhoudelijk te beslissen, in te gaan op het aanbod van klaagster om schriftelijke verklaringen van leidsters van het kinderdagverblijf over te leggen, die op 23 december 2017 aanwezig waren. De gerechtsdeurwaarder krijgt de gelegenheid om schriftelijk te reageren op deze stukken. Het hof heeft bepaald dat klaagster deze stukken voor 25 april 2018 moet overleggen en dat de gerechtsdeurwaarder binnen twee weken na ontvangst van deze stukken schriftelijk mag reageren. De zaak zal vervolgens op de stukken worden afgedaan, en verdere beslissingen zijn aangehouden.

Uitspraak

beslissing
___________________________________________________________________ _ _
GERECHTSHOF AMSTERDAM
afdeling civiel recht en belastingrecht
zaaknummer : 200.230.259/01 GDW
nummer eerste aanleg : C/13/623841 / DW RK 17/146
beslissing van de notaris- en gerechtsdeurwaarderskamer van 10 april 2018
inzake
[naam BV],
gevestigd te [plaats],
appellante,
gemachtigde: [naam],
tegen
[naam],
toegevoegd gerechtsdeurwaarder te [plaats],
geïntimeerde,
gemachtigde: mr. [naam].

1.Het geding in hoger beroep

1.1.
Appellante (hierna: klaagster) heeft op 21 december 2017 een beroepschrift - met bijlagen - bij het hof ingediend tegen de beslissing van de kamer voor gerechtsdeurwaarders te Amsterdam (hierna: de kamer) van 28 november 2017 (ECLI:NL:TGDKG:2017:204). De kamer heeft in de bestreden beslissing de klacht van klaagster tegen geïntimeerde (hierna: de gerechtsdeurwaarder) ongegrond verklaard
.
1.2.
De gerechtsdeurwaarder heeft op 30 januari 2018 een verweerschrift - met bijlagen - bij het hof ingediend.
1.3.
De zaak is behandeld ter openbare terechtzitting van het hof van 5 april 2018. De gemachtigde van klaagster, [naam] (werkzaam bij klaagster) en de gerechtsdeurwaarder, vergezeld van zijn gemachtigde, zijn verschenen en hebben het woord gevoerd; de gemachtigde van klaagster aan de hand van aan het hof overgelegde pleitnotities.

2.Beoordeling

2.1.
Het hof zal, alvorens inhoudelijk te beslissen, ingaan op het door klaagster (zowel in eerste aanleg als in hoger beroep) gedane aanbod tot het overleggen van de schriftelijke verklaringen van de leidsters die op 23 december 2017 aanwezig waren op het kinderdagverblijf en het rooster van die dag. Indien gewenst kan de gerechtsdeurwaarder daarop nog reageren. Vervolgens zal de zaak op de stukken worden afgedaan.
2.2.
Dit alles leidt tot de volgende beslissing.

3.Beslissing

Het hof:
- heropent het onderzoek;
- stelt klaagster in de gelegenheid voor 25 april 2018 aan het hof en de gerechtsdeurwaarder de hierboven onder 2.1. omschreven stukken over te leggen;
- bepaalt dat de gerechtsdeurwaarder binnen twee weken na ontvangst van bovengenoemde stukken daarop schriftelijk mag reageren;
- bepaalt dat de zaak vervolgens schriftelijk zal worden afgedaan;
- houdt elke verdere beslissing aan.
Deze beslissing is gegeven door mrs. J.C.W. Rang, L.J. Saarloos en A.W. Jongbloed en in het openbaar uitgesproken op 10 april 2018 door de rolraadsheer.