ECLI:NL:GHAMS:2018:2322
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- J.L. Bruinsma
- J.H.C. van Ginhoven
- A. van Verseveld
- Rechtspraak.nl
Bevestiging en aanvulling van gronden in hoger beroep inzake alcoholgebruik na aanrijding
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 6 juli 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte, geboren in 1973, had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van 6 juni 2017, waarin hij was veroordeeld. Het hof heeft het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep op 22 juni 2018 gehouden en heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, die bevestiging van het vonnis met aanvulling van gronden heeft gevorderd.
Het hof heeft de bewijsmiddelen beoordeeld en heeft vastgesteld dat de verdachte alcoholhoudende drank heeft gedronken voordat hij betrokken raakte bij een aanrijding. De verdachte had verklaard dat hij de drank pas na de aanrijding had genuttigd, maar het hof achtte deze verklaring niet aannemelijk. De verdachte werd kort na de aanrijding aangetroffen zonder bewijs van alcoholgebruik in zijn kleding, en zijn verklaring over een kapotte fles werd door het hof verworpen.
Uiteindelijk heeft het hof het vonnis waarvan beroep bevestigd, met inachtneming van de overwegingen die het hof heeft gemaakt over de bewijsmiddelen en de verklaring van de verdachte. Dit arrest is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 6 juli 2018, waarbij de oudste raadsheer niet in staat was om het arrest mede te ondertekenen.