ECLI:NL:GHAMS:2018:2292

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
3 juli 2018
Publicatiedatum
5 juli 2018
Zaaknummer
23-002548-17
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging vonnis in hoger beroep met inachtneming van artikel 63 Sr

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 3 juli 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 30 juni 2017 was gewezen. De verdachte, geboren in 1992 en thans zonder bekende woon- of verblijfplaats, had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis waarvan beroep. Tijdens de zitting op 19 juni 2018 heeft het hof het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep gevoerd, waarbij het hof kennis heeft genomen van de vordering van de advocaat-generaal. Deze vorderde bevestiging van het vonnis waarvan beroep. Het hof heeft zich verenigd met het vonnis van de politierechter en heeft dit bevestigd, met inachtneming van artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht, dat betrekking heeft op de oplegging van straf. De beslissing van het hof houdt in dat het vonnis van de politierechter wordt bevestigd, waarbij het hof rekening heeft gehouden met de omstandigheden van de zaak en de vordering van de advocaat-generaal. Het arrest is uitgesproken in een openbare terechtzitting en is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-002548-17
datum uitspraak: 3 juli 2018
VERSTEK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 30 juni 2017 in de strafzaak onder parketnummer 13-084741-17 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1992,
thans zonder bekende woon- of verblijfplaats hier te lande.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 19 juni 2018 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Tegen voormeld vonnis is namens de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis waarvan beroep zal bevestigen.

Vonnis waarvan beroep

Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep en zal dit derhalve bevestigen met dien verstande dat het hof bij de oplegging van straf mede rekening heeft gehouden met het bepaalde in artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht.

BESLISSING

Het hof:
Bevestigt het vonnis waarvan beroep met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. S.M.M. Bordenga, mr. R.D. van Heffen en mr. M.J.A. Duker, in tegenwoordigheid van R.L. Vermeulen, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 3 juli 2018.
[...]