ECLI:NL:GHAMS:2018:2292
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bevestiging vonnis in hoger beroep met inachtneming van artikel 63 Sr
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 3 juli 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 30 juni 2017 was gewezen. De verdachte, geboren in 1992 en thans zonder bekende woon- of verblijfplaats, had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis waarvan beroep. Tijdens de zitting op 19 juni 2018 heeft het hof het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep gevoerd, waarbij het hof kennis heeft genomen van de vordering van de advocaat-generaal. Deze vorderde bevestiging van het vonnis waarvan beroep. Het hof heeft zich verenigd met het vonnis van de politierechter en heeft dit bevestigd, met inachtneming van artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht, dat betrekking heeft op de oplegging van straf. De beslissing van het hof houdt in dat het vonnis van de politierechter wordt bevestigd, waarbij het hof rekening heeft gehouden met de omstandigheden van de zaak en de vordering van de advocaat-generaal. Het arrest is uitgesproken in een openbare terechtzitting en is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam.