In deze zaak heeft klager, een appellant, op 19 december 2017 een beroepschrift ingediend tegen de beslissing van de kamer voor het notariaat in 's-Hertogenbosch, die op 20 november 2017 de klacht van klager tegen de notaris ongegrond heeft verklaard. Klager verwijt de notaris dat hij onzorgvuldig heeft gehandeld door hem niet te informeren over de doorhaling van de hypotheek van een pand dat hij samen met zijn toenmalige echtgenote en twee anderen had gekocht. Klager heeft pas begin 2017 vernomen dat het pand was verkocht aan een derde, en hij stelt dat hij niet op de hoogte is gesteld van de doorhaling van de hypotheek, wat voor hem van groot financieel belang was.
De notaris heeft in zijn verweerschrift aangegeven dat hij klager niet hoefde te informeren over de doorhaling van de hypotheek, omdat klager geen eigenaar van het pand was en dus geen partij in de akte van royement. Het hof heeft de zaak behandeld op 19 april 2018, waarbij zowel klager als de notaris aanwezig waren. Het hof heeft de feiten vastgesteld zoals deze door de kamer zijn vastgesteld en heeft geoordeeld dat de notaris klager afdoende heeft geïnformeerd. Het hof concludeert dat de klacht ongegrond is, zoals ook de kamer heeft beslist, en bevestigt de bestreden beslissing.