Uitspraak
Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 09 september 2012 tot en met 10 september 2012 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een of meer goederen (waaronder: een televisie en/of een fotocamera en/of een geldbedrag van 5300 euro), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en / of zijn mededader(s) waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
hij op of omstreeks 4 december 2012 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een of meer goederen (waaronder: een televisie en/of een laptop en/of meer paspoorten), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en / of zijn mededader(s) waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
(gevoegde zaak 13/701738-16)
hij op of omstreeks 9 november 2016 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een of meer goederen (waaronder: een boormachine en/of een of meer accu's en/of een acculader), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 5], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en / of zijn mededader(s) waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
(gevoegde zaak 13/684059-17)
(gevoegde zaak 702555-17)
(gevoegde zaak 702555-17)
Vonnis waarvan beroep
Vrijspraak van het onder 4 ten laste gelegde
Bespreking van in hoger beroep gevoerde verweren
Bewezenverklaring
hij in de periode van 9 september 2012 tot en met 10 september 2012 te Amsterdam met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen goederen, waaronder een televisie en een fotocamera en een geldbedrag van 5300 euro, toebehorende aan [slachtoffer 1], waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van braak.
hij op 4 december 2012 te Amsterdam met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen goederen, toebehorende aan [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3], waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van braak en inklimming;
hij op 19 april 2016 te Amsterdam, tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een auto heeft weggenomen een tas en een zonnebril, toebehorend aan [slachtoffer 4], waarbij hij, verdachte, en zijn mededader zich die weg te nemen tas en zonnebril onder hun bereik hebben gebracht door middel van braak op een ruit van die auto;
hij op 3 februari 2017 te Amsterdam, tezamen en in vereniging met anderen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning gelegen aan de [adres 2] weg te nemen geld en/of goederen van zijn, verdachte
sen/of zijn mededaders gading, toebehorende aan [slachtoffer 6], en zich daarbij de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen door middel van braak, zich naar die woning heeft begeven en vervolgens, een breekwerktuig tussen de sponning van een raam van die woning heeft gezet en wrikkende bewegingen heeft gemaakt in de sponning van een raam van die woning;
hij op 17 september 2017 te Amsterdam, opzettelijk ambtenaren, te weten [verbalisant 1], brigadier van politie Eenheid Amsterdam en S. [verbalisant 2], hoofdagent van politie Eenheid Amsterdam, gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van hun bediening, in hun tegenwoordigheid, mondeling heeft beledigd, door hen de woorden toe te voegen
hij op 17 september 2017 te Amsterdam, [verbalisant 1] en S. [verbalisant 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, door die [verbalisant 1] en [verbalisant 2] dreigend de woorden toe te voegen
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2]
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 4]
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 6]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
9 (negen) maanden.
1 (één) maand,niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 2 (twee) jaren ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 77aa, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd.
€ 379,02 (driehonderdnegenenzeventig euro en twee cent) ter zake van materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 379,02 (driehonderdnegenenzeventig euro en twee cent) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
7 (zeven) dagen jeugddetentie, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening, met dien verstande dat de toepassing van die jeugddetentie de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.