ECLI:NL:GHAMS:2018:2140
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in strafzaak tegen minderjarige verdachte wegens seksuele handelingen met een 14-jarig meisje
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 28 juni 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Holland. De verdachte, een 16-jarige jongen, was beschuldigd van het plegen van ontuchtige handelingen met een 14-jarig meisje, hierna aangeduid als [slachtoffer]. De tenlastelegging betrof seksuele handelingen die plaatsvonden tussen 1 juli 2015 en 23 november 2015 in Bodegraven. De verdachte en [slachtoffer] hadden elkaar op straat ontmoet en de verdachte heeft verklaard dat [slachtoffer] hem vroeg om naar de bosjes te komen, waar de seksuele handelingen plaatsvonden. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd, omdat het tot de conclusie kwam dat de seksuele handelingen niet het ontuchtige karakter hadden dat vereist is voor een veroordeling onder artikel 245 van het Wetboek van Strafrecht. Het hof overwoog dat de omstandigheden van het geval, waaronder het vrijwillige karakter van de handelingen en het geringe leeftijdsverschil, meebrachten dat de wederrechtelijkheid ontbrak. De getuigenverklaring van [slachtoffer] speelde hierbij een cruciale rol, waarin zij aangaf dat zij niet als slachtoffer voelde en dat de handelingen vrijwillig waren. Het hof sprak de verdachte vrij van alle tenlastegelegde feiten.