Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.STAPLES INC.,
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
Sale and Purchase Agreement(SPA)
Contracts- waaronder een per 1 april 2005 tussen Kama GmbH (Kama), een Duitse fabrikant van industriële machines, en Corporate Express gesloten distributieovereenkomst - overgedragen aan PSD. Tussen Kama en Corporate Express was een geschil ontstaan over de tussen hen gesloten distributieovereenkomst. Kama vorderde schadevergoeding.
vorläufig
Revision(cassatieberoep) tegen
Nichtzulassungsbeschwerde(beroep) ingesteld.
Zentralen Zahl-stelle Justiz), te Dortmund.
3.Beoordeling
losses, damages and or costsin verband met de Kama Claim als bedoeld in artikel 16.3 van de SPA en dat CoBe dus gehouden is Staples Inc. en haar groepsmaatschappijen daarvoor te vrijwaren.
losses, damages and/or costsals bedoeld in artikel 16.3 van de SPA. Zij stelt daartoe dat het bedrag van € 4.2 miljoen vooralsnog slechts als zekerheidstelling is betaald en het vermogen van Staples c.s. dus nog niet definitief heeft verlaten, zoals ook blijkt uit het feit dat dit bedrag door Staples Inc. niet als schade in haar kwartaalcijfers is vermeld. Bovendien is in artikel 16.3 van de SPA niet bepaald wanneer een beroep op de vrijwaringsclausule kan worden gedaan, zodat het er voor gehouden moet worden dat dit pas het geval is indien de beweerdelijk geleden schade definitief is. Dat laatste is volgens CoBe hangende de uitkomst van het
Nichtzulassungsbeschwerdeen een eventuele daarop volgende
Revisionniet het geval. De stellingen van CoBe komen er op neer dat artikel 16.3 van de SPA aldus moet worden uitgelegd dat pas sprake is van
losses, damages and/or costs incurredals de schade definitief is geleden en dat zulks thans (nog) niet het geval is.
losses, damages and/or costsanders dan dat deze moeten zijn “
incurred (…) in relation to”de Kama Claim. Aldus kan op basis van een taalkundige uitleg voorshands niet worden uitgegaan van de door CoBe voorgestane beperkte lezing van artikel 16.3 SPA. CoBe heeft verder ook geen concrete feiten of omstandigheden aangevoerd op grond waarvan partijen in weerwil van de zeer ruime bewoordingen, over en weer redelijkerwijs hadden moeten begrijpen dat pas sprake zou zijn van
losses, damages and/or costs incurredin de zin van artikel 16.3 van de SPA, indien deze
losses, damages and/or costsdefinitief zouden zijn geleden.
loss from discontinued operationin de kwartaalrapportage van Staples Inc. van 29 juli 2017 is verwerkt. CoBe heeft ook dat niet langer bestreden. Verder is niet in geschil dat Staples c.s. uitsluitend aanspraak zal kunnen maken op terugbetaling van het bedrag van € 4.2 miljoen indien de beslissing van het Oberlandesgericht Düsseldorf inzake de Kama Claim wordt vernietigd en de vordering van Kama in een nadere procedure alsnog wordt afgewezen. In dat kader is nog van belang dat
Revisionvan haar beslissing door het Oberlandesgericht is uitgesloten (“
Die Voraussetzungen für eine Zulassung der Revision (…) liegen nicht vor”) en dat de eigen advocaat van CoBe het tegen die uitsluiting ingestelde
Nichtzulassungsbeschwerdeweinig kansrijk acht omdat voor toewijzing daarvan eigenlijk geen goede gronden aanwezig zijn. Onder deze omstandigheden is het hof, met de voorzieningenrechter, van oordeel dat voorshands moet worden aangenomen dat de door Staples c.s. betaalde bedragen van € 4.2 miljoen en € 24.233,90 hebben te gelden als “
losses, damages and/or costs incurred (…) in relation to (…)”de Kama Claim, als bedoeld in artikel 16.3 van de SPA. De grieven 4, 5 en 6 stuiten daar op af.
“entities in the group headed by Staples Inc.”,terwijl is gesteld noch gebleken dat de rechten van SHN uit de SPA (ook) aan Corporate Express zijn overgedragen. Het moet er dan ook voor gehouden worden dat Corporate Express thans na verkoop van haar aandelen aan Cerberus, geen rechten meer aan het bepaalde in artikel 16.3 van de SPA kan ontlenen. Dit betekent dat grief 7 in zoverre slaagt dat de vordering tot betaling aan Corporate Express dient te worden afgewezen.
“payment claims raised by KAMA”,hetgeen volgens CoBe meebrengt dat het uitsluitend kan gaan om op het moment van totstandkoming van de SPA reeds door Kama ingestelde vorderingen. Daarnaast voert CoBe aan dat zij er niet van op de hoogte was dat Corporate Express de distributieovereenkomst met Kama had verlengd en dat Kama haar vordering na de totstandkoming van de SPA nog heeft vermeerderd ter zake van tekortkomingen in de nakoming van de distributieovereenkomst over de periode van die verlenging.
from all losses, damages and/or costs (…) in relation to the legal dispute between KAMA GmbH and Corporate Express B.V. regarding payment claims raised by KAMA GmbH against Corporate Express B.V. in connection with the distribution agreement (...).Dat het daarbij uitsluitend zou gaan om reeds ingestelde claims berust op een verkeerde lezing van artikel 16.3 van de SPA. De woorden
“claimes raised”in artikel 16.3 van de SPA dienen slechts ter aanduiding van de inmiddels tussen Kama en Corporate Express aanhangige procedure en niet valt in te zien dat zij tevens zijn bedoeld ter beperking van de omvang van de door CoBe in dat verband mogelijk aan Staples te vergoeden schade. Verder geldt dat niet is bestreden dat CoBe in het kader van het door haar verrichte due diligence onderzoek kennis heeft genomen van de brieven van DLA Piper van 8 en 19 april 2013 waarin de Kama Claim wordt toegelicht en waarin uiteen wordt gezet dat Kama haar claim vooralsnog heeft beperkt tot een bedrag van 1,8 miljoen over de jaren tot en met 2011, maar dat zij haar claim op elk moment zou kunnen uitbreiden. Daarnaast kon CoBe in het kader van het due diligence onderzoek beschikken over de tussen Corporate Express en Kama met ingang van 1 april 2005 gesloten distributieovereenkomst, waaruit blijkt dat deze - na een eerste periode van vijf jaren - bij niet tijdige opzegging telkens stilzwijgend met één jaar werd verlengd. Nu CoBe blijkens schedule 16 van de SPA (de rechten en verplichtingen uit hoofde van) de distributieovereenkomst van Corporate Express zou overnemen, moet zij hebben geweten dat de distributieovereenkomst nog niet was opgezegd en derhalve stilzwijgend was verlengd. In het licht van het voorgaande kan op grond van de door CoBe daartoe aangedragen feiten of omstandigheden voorshands niet worden aangenomen dat partijen in weerwil van de zeer ruime bewoordingen van artikel 16.3 van de SPA over en weer redelijkerwijs hadden moeten begrijpen dat de omvang van de op CoBe rustende vrijwaringsverplichting beperkt zou zijn tot het bedrag dat Kama ten tijde van de totstandkoming van de SPA van Corporate Express vorderde. Grief 8 faalt.
Completion Datealle pensioenverplichtingen overgingen op CoBe.