ECLI:NL:GHAMS:2018:2097
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Wijziging kinderalimentatie en de geldigheid van afspraken tussen ouders
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 22 mei 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek tot wijziging van kinderalimentatie. De man, verzoeker in hoger beroep, heeft in eerste aanleg geen kinderalimentatie laten vaststellen, maar heeft in hoger beroep verzocht om de alimentatie te verlagen naar nihil of een lager bedrag dan € 400,- per maand. De vrouw en de jongmeerderjarige hebben het beroep van de man afgewezen. Het hof heeft vastgesteld dat er een overeenkomst bestond tussen de man en de vrouw over de betaling van kinderalimentatie, waarbij de man aanvankelijk € 200,- per maand betaalde, maar later dit bedrag verhoogd zou zijn naar € 400,- per maand. De vrouw heeft gesteld dat deze verhoging in 2012 is overeengekomen, terwijl de man dit ontkent en stelt dat de verhoging eenzijdig door de vrouw is doorgevoerd. Het hof heeft geoordeeld dat de vrouw er gerechtvaardigd op mocht vertrouwen dat de man instemde met de verhoging van de alimentatie, gezien zijn eerdere betalingen en verklaringen. Het hof heeft de bestreden beschikking van de rechtbank bekrachtigd, omdat de man geen wijzigingsverzoek had ingediend en de overeenkomst tussen de partijen geldig was. De beslissing van het hof houdt in dat de man gehouden is de afgesproken alimentatie te betalen, en dat zijn verzoek tot wijziging van deze verplichting niet kan worden ingewilligd.