Uitspraak
Procesgang
Onderzoek van de zaak
Vonnis waarvan beroep
Schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel
voor zover de beschuldiging ziet op één hennepoogst, te weten die in het laatste kwartaal van 2013”. De verweten gedraging strekt zich aldus uit tot de periode van
1 september 2013 tot en met 3 januari 2014.
1 januari 2013 tot en met 3 januari 2014te Amsterdam een hoeveelheid van in totaal 239 hennepplanten heeft geteeld. Door de rechtbank is vervolgens bewezen verklaard dat de veroordeelde in de periode van
1 september 2013 tot en met 3 januari 2014een hoeveelheid van in totaal 239 hennepplanten heeft geteeld. De veroordeelde is vrijgesproken van hetgeen hem meer of anders is ten laste gelegd.
1 januari 2013 tot en met 31 augustus 2013. Onder deze omstandigheden is het hof van oordeel dat – nu de vier veronderstelde hennepoogsten zouden hebben plaatsgevonden in deze periode en het geschatte wederrechtelijk verkregen voordeel volledig daaraan is gerelateerd – de jurisprudentie van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in de zaak Geerings tegen Nederland (
NJ2007, 349) eraan in de weg staat het aan die periode, waarvan de veroordeelde is vrijgesproken, gerelateerde voordeel in de berekening te betrekken.