Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlasteleggingen
Zaak met parketnummer 15-051578-17 (gevoegd):hij op of omstreeks 16 maart 2016 in de gemeente Haarlem opzettelijk niet heeft voldaan aan een bevel, te weten een gebiedsverbod/verblijfsontzegging, gedaan krachtens artikel 172(a) van de Gemeentewet, in elk geval krachtens enig wettelijk voorschrift, door de burgemeester van Haarlem, in elk geval een ambtenaar als bedoeld in artikel 184 van het Wetboek van Strafrecht, eerste en/of tweede lid, inhoudende dat hij, verdachte, zich in een periode van twee weken, met ingang van 13 maart 2017, niet mocht bevinden (gedurende de genoemde dagen en tijdstippen genoemd in de/het aan verdachte uitgereikte gebiedsverbod/verblijfsontzegging) in/op het gebied dat wordt begrensd door de Schipholweg, Europaweg, Italiëlaan, Goede Herderpad, Zuid Schalkwijkerweg en Noord Schalkwijkerweg, immers bevond hij, verdachte, zich op 16 maart 217, omstreeks 18.10 uur, opzettelijk in/op/aan het Salieveld en/of de Engelandlaan, althans in/op/aan een openbare weg gelegen in voornoemd gebied.
Vonnis waarvan beroep
Vrijspraak
Nadere bewijsoverwegingen
Bewezenverklaring
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf en maatregel
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
taakstrafvoor de duur van
70 (zeventig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
35 (vijfendertig) dagen hechtenis.
€ 211,25 (tweehonderdelf euro en vijfentwintig cent) ter zake van materiële schade, waarvoor de verdachte met de mededader hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 211,25 (tweehonderdelf euro en vijfentwintig cent) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
4 (vier) dagen hechtenis, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
13 maart 2017.