ECLI:NL:GHAMS:2018:2017
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Klacht van de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders tegen een gerechtsdeurwaarder wegens faciliteit bij het uitwinnen van vorderingen
In deze zaak heeft de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders (KBvG) op 31 juli 2017 een beroepschrift ingediend tegen een gerechtsdeurwaarder, naar aanleiding van een beslissing van de kamer voor gerechtsdeurwaarders te Amsterdam van 4 juli 2017. De klacht van de KBvG was gegrond verklaard, en de gerechtsdeurwaarder was berispt. De KBvG verwijt de gerechtsdeurwaarder dat hij zijn collega, die als gerechtsdeurwaarder vorderingen had gekocht, heeft gefaciliteerd bij het uitwinnen van deze vorderingen. Dit handelen zou in strijd zijn met de Gerechtsdeurwaarderswet en de Verordening beroeps- en gedragsregels gerechtsdeurwaarders. Het hof heeft de zaak behandeld op 5 april 2018, waarbij zowel de KBvG als de gerechtsdeurwaarder aanwezig waren. Het hof heeft vastgesteld dat de gerechtsdeurwaarder, door het faciliteren van de uitwinning van de vorderingen, niet heeft gehandeld zoals een goed gerechtsdeurwaarder betaamt. De klacht van de KBvG is gegrond verklaard, en het hof heeft de beslissing van de kamer bevestigd, waarbij de maatregel van berisping is opgelegd aan de gerechtsdeurwaarder. De uitspraak benadrukt het belang van onafhankelijkheid en onpartijdigheid in het ambt van de gerechtsdeurwaarder.