ECLI:NL:GHAMS:2018:2013

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
4 juni 2018
Publicatiedatum
19 juni 2018
Zaaknummer
200.229.113/01 OK aanwijzing
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aanwijzing onderzoeker en bestuurder in een ondernemingsrechtelijke procedure

In deze beschikking van het Gerechtshof Amsterdam, gedateerd 4 juni 2018, heeft de Ondernemingskamer een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van de besloten vennootschap TGC over de periode vanaf 1 augustus 2017. Dit onderzoek is ingesteld naar aanleiding van een verzoek van de verzoekers, waaronder de besloten vennootschap TRIFIER GROUP OF COMPANIES B.V. en de maatschap TGC. De Ondernemingskamer heeft tevens een persoon benoemd die als zelfstandig vertegenwoordigingsbevoegde bestuurder met beslissende stem zal optreden, zonder wie TGC niet vertegenwoordigd kan worden. Dit is een belangrijke maatregel in het kader van de bescherming van de belangen van de vennootschap en haar aandeelhouders.

De Ondernemingskamer heeft in deze beschikking ook de personen aangewezen die als onderzoeker en bestuurder zullen optreden. Mr. A.C. van Campen is aangewezen als onderzoeker en mr. P.J. Colijn als bestuurder. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de genomen maatregelen onmiddellijk van kracht zijn, ongeacht eventuele rechtsmiddelen die tegen deze beschikking kunnen worden aangewend. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van het Gerechtshof, bestaande uit de voorzitter en twee raadsheren, bijgestaan door raden en een griffier, en is openbaar uitgesproken.

Deze beschikking is van belang voor de betrokken partijen, aangezien het de gang van zaken binnen TGC en de rol van de bestuurders en onderzoekers in de onderneming regelt. De Ondernemingskamer heeft hiermee een belangrijke stap gezet in het waarborgen van de transparantie en de goede gang van zaken binnen de onderneming.

Uitspraak

beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.229.113/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 4 juni 2018
inzake

1.[A] ,

wonende te [....] ,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[B],
gevestigd te [....] ,
VERZOEKERS,
advocaat:
mr. J.L.G.M. Verwiel, kantoorhoudende te Breda,
t e g e n
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TRIFIER GROUP OF COMPANIES B.V.,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TRIFIER B.V.,
gevestigd te Rijen,
VERWEERSTERS (TEVENS VERZOEKSTERS),
advocaat:
mr. A.J. Beljaars-Vink, kantoorhoudende te Breda,
e n t e g e n
3. de maatschap
MAATSCHAP TGC,
gevestigd te Rijen,
VERWEERSTER,
niet verschenen,
e n t e g e n
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[C],
gevestigd te [....] ,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[D],
gevestigd te [....] ,
BELANGHEBBENDEN,
advocaat:
mr. A.J. Beljaars-Vink, kantoorhoudende te Breda.

1.Het verloop van het geding

1.1
In het vervolg zal verweerster worden aangeduid met TGC.
1.2
Voor het verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar haar beschikking in deze zaak van heden, waarbij de Ondernemingskamer een onderzoek heeft bevolen naar het beleid en de gang van zaken van TGC over de periode vanaf 1 augustus 2017 en een nader aan te wijzen en aan partijen bekend te maken persoon heeft benoemd teneinde het onderzoek te verrichten. Voorts heeft de Ondernemingskamer bij die beschikking, bij wijze van onmiddellijke voorziening en vooralsnog voor de duur van het geding, een door de Ondernemingskamer nader aan te wijzen en aan partijen bekend te maken persoon benoemd tot zelfstandig vertegenwoordigingsbevoegde bestuurder met beslissende stem, zonder wie TGC niet vertegenwoordigd kan worden.

2.De gronden van de beslissing

De Ondernemingskamer zal thans de hierna te vermelden personen aanwijzen als onderzoeker respectievelijk bestuurder als bedoeld in haar hiervoor vermelde beschikking.

3.De beslissing

De Ondernemingskamer:
wijst aan als onderzoeker als bedoeld in de in 1.2 vermelde beschikking van de Ondernemingskamer van heden in deze zaak: mr. A.C. van Campen te ’s-Hertogenbosch;
wijst aan als bestuurder als bedoeld in de in 1.2 vermelde beschikking van de Ondernemingskamer van heden in deze zaak: mr. P.J. Colijn te Uitwijk;
verklaart deze beschikking voor uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.A. Goslings, voorzitter, mr. M.M.M. Tillema en mr. A.W.H. Vink, raadsheren, prof. dr. R.A.H. van der Meer RA en drs. M.A. Scheltema, raden, in tegenwoordigheid van mr. S.M. Govers, griffier, en in het openbaar uitgesproken door mr. M.M.M. Tillema op 4 juni 2018.