Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
Vrijspraak
het hof begrijpt: [medeverdachte 2]) op de uitkijk stond en dat hij niet meer weet wat de rol van de andere twee personen (
het hof begrijpt: [medeverdachte 3] en de verdachte) was.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 24 april 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte was beschuldigd van medeplichtigheid aan diefstal van een windscherm op 9 augustus 2016 in Amsterdam. De tenlastelegging omvatte zowel primair medeplegen als subsidiair medeplichtigheid aan de diefstal. De advocaat-generaal en de raadsvrouw van de verdachte hebben beiden vrijspraak bepleit.
Het hof heeft het proces-verbaal van bevindingen van de verbalisant in overweging genomen, waarin werd gesteld dat de verdachte en medeverdachten op de uitkijk stonden terwijl medeverdachte [medeverdachte 1] het windscherm van een snorfiets losdraaide. Echter, het hof oordeelde dat de verbalisant niet voldoende concreet had gemaakt op basis waarvan hij tot de conclusie kwam dat de verdachte daadwerkelijk op de uitkijk stond. De verklaringen van de medeverdachten gaven ook geen bewijs voor de betrokkenheid van de verdachte bij de diefstal.
Uiteindelijk heeft het hof geoordeeld dat niet wettig en overtuigend bewezen was dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan de ten laste gelegde feiten. Het vonnis waarvan beroep werd vernietigd en de verdachte werd vrijgesproken van zowel het primair als subsidiair ten laste gelegde. Dit arrest is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het gerechtshof.