ECLI:NL:GHAMS:2018:1974

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
30 mei 2018
Publicatiedatum
18 juni 2018
Zaaknummer
23-003509-17
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging vonnis en voorwaardelijke gevangenisstraf in hoger beroep

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 30 mei 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Rotterdam. Het hof heeft het vonnis van de eerste aanleg vernietigd, behalve ten aanzien van de strafoplegging. De verdachte, geboren in 1986, was eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee jaren, waarvan een deel voorwaardelijk. Het hof heeft de gevangenisstraf voorwaardelijk opgelegd voor de duur van drie weken, met de bepaling dat deze niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit. Daarnaast heeft het hof de tenuitvoerlegging van een eerdere voorwaardelijke straf van twee weken, opgelegd bij vonnis van de politierechter, gelast. Het hof bevestigde het vonnis waarvan beroep voor het overige, wat betekent dat de andere onderdelen van het vonnis intact blijven. De uitspraak is gedaan in het kader van de artikelen 14a, 14b, 14c en 63 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 9 en 176 van de Wegenverkeerswet 1994, zoals deze golden ten tijde van het bewezen verklaarde.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer(s) eerste aanleg : 96-121156-17 en 96-215262-16 (TUL)
datum vonnis : 5 oktober 2017
parketnummer hoger beroep : 23-003509-17
datum arrest : 30 mei 2018
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam, enkelvoudige strafkamer, van 30 mei 2018 in de zaak tegen de verdachte:
naam: [verdachte]
voornamen: [verdachte]
geboren: op [geboortedag] 1986 te [geboorteplaats]
adres: [adres].

Toepasselijke wettelijke voorschriften

de artikelen 14a, 14b, 14c en 63 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 9 en 176 van de Wegenverkeerswet 1994.
Deze wettelijke voorschriften worden toegepast zoals geldend ten tijde van het bewezen verklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep ten aanzien van de strafoplegging en doet in zoverre opnieuw recht.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) weken.
Bepaalt dat de gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Gelast de tenuitvoerlegging van de straf, voor zover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Rotterdam van 7 februari 2017, parketnummer 96-215262-16, te weten van:
gevangenisstrafvoor de duur van
2 (twee) weken.
Bevestigt het vonnis waarvan beroep voor het overige.
Gewezen door mr. M. Iedema, in bijzijn van R.L. Vermeulen, griffier.
mr. M. Iedema