Uitspraak
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) weken.
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
2 (twee) weken.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 30 mei 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Rotterdam. Het hof heeft het vonnis van de eerste aanleg vernietigd, behalve ten aanzien van de strafoplegging. De verdachte, geboren in 1986, was eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee jaren, waarvan een deel voorwaardelijk. Het hof heeft de gevangenisstraf voorwaardelijk opgelegd voor de duur van drie weken, met de bepaling dat deze niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit. Daarnaast heeft het hof de tenuitvoerlegging van een eerdere voorwaardelijke straf van twee weken, opgelegd bij vonnis van de politierechter, gelast. Het hof bevestigde het vonnis waarvan beroep voor het overige, wat betekent dat de andere onderdelen van het vonnis intact blijven. De uitspraak is gedaan in het kader van de artikelen 14a, 14b, 14c en 63 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 9 en 176 van de Wegenverkeerswet 1994, zoals deze golden ten tijde van het bewezen verklaarde.