ECLI:NL:GHAMS:2018:1919
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- N. Djebali
- P.F. Goes
- I.F.J.A. van Vijfeijken
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van beroep inzake naheffingsaanslag parkeerbelasting
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [X] B.V. tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam, die op 10 maart 2017 het beroep van belanghebbende niet-ontvankelijk heeft verklaard. De heffingsambtenaar van de gemeente Amsterdam had op 10 augustus 2016 een naheffingsaanslag parkeerbelasting opgelegd aan belanghebbende. Na bezwaar tegen deze aanslag handhaafde de heffingsambtenaar de naheffingsaanslag op 31 augustus 2016. Belanghebbende heeft vervolgens op 2 mei 2017 hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank.
Het Gerechtshof Amsterdam heeft op 8 mei 2018 uitspraak gedaan in deze zaak. Het Hof oordeelt dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat het beroepschrift van belanghebbende niet tijdig is ingediend. De termijn voor het indienen van een beroepschrift bedraagt zes weken, en in dit geval begon deze termijn op 1 september 2016 en eindigde op 12 oktober 2016. Het beroepschrift is pas op 20 oktober 2016 ontvangen door de rechtbank, wat buiten de gestelde termijn valt. Het Hof concludeert dat er geen feiten of omstandigheden zijn die de termijnoverschrijding rechtvaardigen.
Daarom bevestigt het Hof de uitspraak van de rechtbank, met verbetering van gronden, en verklaart het hoger beroep ongegrond. Tevens zijn er geen termen aanwezig voor een kostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en belanghebbende kan binnen zes weken na de verzenddatum beroep in cassatie instellen bij de Hoge Raad der Nederlanden.