ECLI:NL:GHAMS:2018:1912

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
7 juni 2018
Publicatiedatum
12 juni 2018
Zaaknummer
200.037.768/01 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging van het onderzoek en onmiddellijke voorzieningen in faillissement van Rofitec Group B.V.

In deze zaak heeft de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam op 7 juni 2018 een beschikking gegeven inzake de stichting Venturenos, die als verzoekster optrad tegen de besloten vennootschap Rofitec Group B.V. en andere belanghebbenden. Rofitec was failliet verklaard op 20 oktober 2017, en de Ondernemingskamer had eerder een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van Rofitec. De verzoekster, vertegenwoordigd door mr. R.G.J. de Haan, heeft verzocht om ontheffing van de bestuurder Voorink, die sinds de faillietverklaring geen belang meer had bij de voortzetting van de procedure. Zowel de curator als de verzoekster hebben geen bezwaar gemaakt tegen de ontheffing van Voorink en de beëindiging van de procedure.

De Ondernemingskamer heeft in haar beslissing overwogen dat, gezien de faillissementsstatus van Rofitec en het ontbreken van bezwaar van de betrokken partijen, het verzoek van Voorink om ontheffing uit zijn functie als bestuurder van Rofitec ingewilligd zal worden. Tevens heeft de Ondernemingskamer besloten het eerder bevolen onderzoek en de getroffen onmiddellijke voorzieningen te beëindigen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk van kracht is, ongeacht eventuele rechtsmiddelen die tegen deze beschikking kunnen worden aangewend.

De beschikking is uitgesproken ter openbare terechtzitting en ondertekend door de voorzitter en de raadsheren van de Ondernemingskamer, met de griffier aanwezig. Deze uitspraak markeert een belangrijke stap in de afwikkeling van het faillissement van Rofitec, waarbij de belangen van de betrokken partijen zorgvuldig zijn afgewogen.

Uitspraak

beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.037.768/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 7 juni 2018
inzake
de stichting
STICHTING VENTURENOS,
gevestigd te Amsterdam,
VERZOEKSTER,
advocaat:
mr. R.G.J. de Haan,
kantoorhoudende te Amsterdam,
t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ROFITEC GROUP B.V.,
gevestigd te Breda,
VERWEERSTER,
niet verschenen,
e n t e g e n
1. de rechtspersoon naar het recht van de plaats van vestiging
FIREA CONSULTANTS N.V.,
gevestigd te Bonaire, Nederlandse Antillen,
2. de stichting
STICHTING ADMINISTRATIEKANTOOR VIERBOS,
gevestigd te Kinderdijk,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ISARIS B.V.,
gevestigd te Breda
,
BELANGHEBBENDEN,
niet verschenen.

1.Het verloop van het geding

1.1
In het vervolg wordt verzoekster aangeduid als Venturenos en verweerster als Rofitec.
1.2
Voor het verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar haar beschikkingen van 14 en 17 september 2009 en 21 juni 2012 in deze zaak.
1.3
Bij de beschikkingen van 14 en 17 september 2009 heeft de Ondernemingskamer - voor zover hier van belang - een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van Rofitec over de periode vanaf 28 juli 2004, mr. G.J. Schipper (hierna: mr. Schipper) benoemd teneinde het onderzoek te verrichten, alsmede bij wijze van onmiddellijke voorziening R.J.M. Huijnen geschorst als bestuurder van Rofitec en J.J.F. Voorink (hierna: Voorink) benoemd tot bestuurder van Rofitec. Bij de beschikking van 21 juni 2012 is mr. Schipper uit zijn functie van onderzoeker ontheven.
1.4
Op 20 oktober 2017 is Rofitec failliet verklaard en is mr. B.F. Louwerier benoemd tot curator.
1.5
Bij brief van 6 april 2018 heeft Voorink een overzicht gegeven van de ontwikkelingen bij Rofitec sinds 2012 en, op grond van de omstandigheid dat thans slechts de afwikkeling van het faillissement van Rofitec rest, verzocht om uit zijn functie van bestuurder van Rofitec te worden ontheven.
1.6
Bij brief van 13 april 2018 heeft de secretaris van de Ondernemingskamer partijen in de gelegenheid gesteld op het ontheffingsverzoek van Voorink te reageren en zich, mede gelet op de omstandigheid dat Rofitec inmiddels failliet is, uit te laten over al of niet voortzetting van de procedure en de financiering daarvan.
1.7
Bij e-mail van 20 mei 2018 heeft mr. De Haan namens Venturenos bericht dat zij geen bezwaar heeft tegen ontheffing van Voorink uit zijn functie, dat zij geen belang heeft bij voortzetting van de procedure en dat wat haar betreft de procedure kan worden beëindigd.
1.8
Bij brief van 30 mei 2018 heeft de curator laten weten geen bezwaar te hebben tegen ontheffing van Voorink en tegen beëindiging van de procedure.
1.9
Van de overige partijen is in dit verband niet vernomen.

2.De gronden van de beslissing

Nu Voorink om ontheffing heeft verzocht, zal de Ondernemingskamer dat verzoek inwilligen. De Ondernemingskamer zal voorts het onderzoek en de getroffen onmiddellijke voorzieningen beëindigen. Daarbij heeft zij in aanmerking genomen dat Rofitec in staat van faillissement verkeert en dat geen van partijen bezwaar heeft gemaakt tegen beëindiging van de procedure. Ook overigens is niet gebleken van enig belang dat zich tegen beëindiging verzet.

3.De beslissing

De Ondernemingskamer:
ontheft Voorink uit de functie van bestuurder van Rofitec, als bedoeld in de beschikking van 14 september 2009;
beëindigt met ingang van heden het bij de beschikking van 14 september 2009 bevolen onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van Rofitec;
beëindigt met ingang van heden de bij de beschikking van 14 september 2009 getroffen onmiddellijke voorzieningen;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. G.C. Makkink, voorzitter, mr. A.M.L. Broekhuijsen-Molenaar en mr. M.M.M. Tillema, raadsheren, en prof. dr. R.A.H. van der Meer RA en drs. J.B.M. Streppel, raden, in tegenwoordigheid van mr. R. Verheggen, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de Ondernemingskamer van 7 juni 2018.