ECLI:NL:GHAMS:2018:1779
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Effectenlease en vernietiging van leaseovereenkomsten op basis van art. 1:88/89 BW
In deze zaak, die voortvloeit uit een eerder arrest van het Gerechtshof Amsterdam, betreft het een hoger beroep van Dexia Nederland B.V. tegen een beslissing van de kantonrechter. De zaak draait om de vernietiging van leaseovereenkomsten op basis van de artikelen 1:88 en 1:89 van het Burgerlijk Wetboek. Het hof heeft eerder geoordeeld dat de echtgenote van de geïntimeerde niet eerder dan drie jaar voor de vernietigingsbrief op de hoogte was van de leaseovereenkomsten, waardoor deze rechtsgeldig zijn vernietigd. Dit heeft geleid tot verbintenissen tot ongedaanmaking tussen partijen.
Dexia heeft in het hoger beroep betoogd dat de verkoopopbrengst van de uitgeleverde aandelen verrekend moet worden met het door haar verschuldigde bedrag. Het hof heeft geoordeeld dat Dexia niet voldoende bewijs heeft geleverd voor haar stelling dat de aandelen op een bepaalde datum zijn verkocht. De geïntimeerde heeft geen bewijsstukken overgelegd, waardoor het hof niet kan vaststellen tot welk bedrag Dexia zich kan beroepen op verrekening. De vordering van de geïntimeerde tot terugbetaling van hetgeen hij heeft betaald op basis van de leaseovereenkomsten II en IV is afgewezen.
Het hof heeft de eerdere beslissing van de kantonrechter vernietigd en verklaard dat de leaseovereenkomsten rechtsgeldig zijn vernietigd. Dexia is veroordeeld tot terugbetaling aan de geïntimeerde van hetgeen hij heeft betaald op basis van de leaseovereenkomsten, vermeerderd met rente. De proceskosten zijn verrekend, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. Het arrest is openbaar uitgesproken op 8 mei 2018.