ECLI:NL:GHAMS:2018:1749

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
2 mei 2018
Publicatiedatum
5 juni 2018
Zaaknummer
200.229.574/01 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aanwijzing van een onderzoeker in een enquêterecht procedure met betrekking tot DeSeizoenen B.V.

In deze beschikking van het Gerechtshof Amsterdam, gedateerd 2 mei 2018, heeft de Ondernemingskamer een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van DeSeizoenen B.V. over de periode van 10 januari 2012 tot 15 maart 2016. Dit volgde op een eerdere beschikking van 30 april 2018, waarin de Ondernemingskamer al een onderzoek had bevolen. De Centrale Cliëntenraad van DeSeizoenen B.V. had het verzoek ingediend, waarbij zij werd bijgestaan door advocaten mr. H.W.L. de Beaufort, mr. H.A. de Savornin Lohman. De verweerster in deze zaak is DeSeizoenen B.V., vertegenwoordigd door mr. S.J.H.M. Berendsen en mr. B. Kemp. Daarnaast zijn er belanghebbenden, waaronder WW Zorg Groep B.V., vertegenwoordigd door mr. W.K. Bischot en mr. N.M. Suurmond, en andere belanghebbenden met advocaten mr. P.D. Olden en mr. M.J. Faber.

De Ondernemingskamer heeft mr. J.M. Blanco Fernández aangewezen als onderzoeker, die verantwoordelijk zal zijn voor het uitvoeren van het onderzoek zoals eerder bevolen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk effect heeft, ongeacht eventuele rechtsmiddelen die tegen deze beschikking kunnen worden aangewend. De uitspraak is gedaan in aanwezigheid van de griffier mr. F.L.A. Straathof en is openbaar uitgesproken tijdens de zitting van de Ondernemingskamer.

Uitspraak

beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.229.574/01
beschikking van de Ondernemingskamer van 2 mei 2018
inzake
DE CENTRALE CLIENTENRAAD VAN DESEIZOENEN B.V.,
gevestigd te Oploo,
VERZOEKER,
advocaten:
mr. H.W.L. de Beaufort,
mr. H.A. de Savornin Lohmanen
mr. A.H. Arntz, allen kantoorhoudende te Amsterdam,
t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DESEIZOENEN B.V.,
gevestigd te Oploo,
VERWEERSTER,
advocaten:
mr. S.J.H.M. Berendsenen
mr. B. Kemp, beiden kantoorhoudende te Amsterdam,
e n t e g e n
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
WW ZORG GROEP B.V.,
gevestigd te Bussum,
2.
[A],
wonende te [....] ,
3.
[B],
wonende te [....] ,
4.
[C],
wonende te [....] ,
5.
[D],
wonende te [....] ,
BELANGHEBBENDEN,
advocaten:
mr. W.K. Bischoten
mr. N.M. Suurmond, beiden kantoorhoudende te Amsterdam,
e n t e g e n

6 DE LEDEN VAN DE RAAD VAN COMMISSARISSEN VAN DESEIZOENEN B.V.,

a. a)
[E],
b)
[F],
c)
[G],
d)
[H],
BELANGHEBBENDEN,
advocaten:
mr. P.D. Oldenen
mr. M.J. Faber, beiden kantoorhoudende te Amsterdam.
1.
Het verloop van het geding
1.1
In het vervolg zal verweerster worden aangeduid als DeSeizoenen.
1.2
Voor het verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar haar beschikking van 30 april 2018.
1.3
Bij die beschikking heeft de Ondernemingskamer een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van DeSeizoenen over de periode vanaf 10 januari 2012 tot 15 maart 2016, zoals omschreven in rechtsoverweging 3.26 tot en met 3.33 van die beschikking, en een nader door de Ondernemingskamer aan te wijzen en aan partijen bekend te maken persoon benoemd teneinde het onderzoek te verrichten.

2.De gronden van de beslissing

De Ondernemingskamer zal thans de hierna te vermelden persoon aanwijzen als onderzoeker, een en ander zoals bedoeld in de beschikking van 30 april 2018.

3.De beslissing

De Ondernemingskamer:
wijst aan als onderzoeker zoals bedoeld in de beschikking van 30 april 2018 in deze zaak: mr. J.M. Blanco Fernández te Amsterdam;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.J. Wolfs, voorzitter, mr. A.M.L. Broekhuijsen-Molenaar en mr. M.M.M. Tillema, raadsheren, en drs. P.R. Baart en mr. D.E.M. Aleman, raden, in tegenwoordigheid van mr. F.L.A. Straathof, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de Ondernemingskamer van 2 mei 2018.