ECLI:NL:GHAMS:2018:1701
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Verlenging ondertoezichtstelling minderjarigen; afwijzing verzoek van de gecertificeerde instelling
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 8 mei 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verlenging van de ondertoezichtstelling van de minderjarigen [minderjarige A] en [minderjarige B]. De vader, verzoeker in hoger beroep, heeft de beschikking van de kinderrechter van 30 oktober 2017 aangevochten, waarin de ondertoezichtstelling was verlengd. De vader stelt dat de gronden voor de ondertoezichtstelling niet langer aanwezig zijn, omdat hij zelf de nodige hulpverlening voor de kinderen heeft georganiseerd en de kinderen niet meer in hun ontwikkeling worden bedreigd door de spanningen tussen de ouders. De gecertificeerde instelling (GI) heeft echter betoogd dat de ondertoezichtstelling noodzakelijk blijft vanwege de complexe problematiek van de kinderen, waaronder gedragsstoornissen en de impact van het ontbreken van contact tussen de ouders.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft het hof de situatie van de kinderen en de rol van de vader en de GI besproken. De vader heeft aangegeven dat hij de zorg voor de kinderen op zich neemt en dat de hulpverlening die hij heeft ingeschakeld toereikend is. De GI heeft echter gesteld dat de kinderen nog steeds ondersteuning nodig hebben en dat de ondertoezichtstelling moet voortduren om hun ontwikkeling te waarborgen. De raad voor de Kinderbescherming heeft geadviseerd om de ondertoezichtstelling te handhaven, gezien de complexe problematiek van de kinderen.
Het hof heeft uiteindelijk geoordeeld dat, hoewel er nog steeds zorgen zijn over de ontwikkeling van de kinderen, de GI onvoldoende heeft aangetoond dat de ondertoezichtstelling noodzakelijk is in een gedwongen kader. Het hof heeft de bestreden beschikking vernietigd voor zover deze de verlenging van de ondertoezichtstelling betreft en het verzoek van de GI in die zin afgewezen. De beschikking is voor het overige bekrachtigd, en het hof heeft de griffier verzocht om een afschrift van de uitspraak toe te zenden aan de rechtbank Amsterdam.