ECLI:NL:GHAMS:2018:1688

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
29 mei 2018
Publicatiedatum
30 mei 2018
Zaaknummer
23-001893-17
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake diefstal met betrekking tot meerdere goederen in Alkmaar

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 29 mei 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte, geboren in 1975, was aangeklaagd voor diefstal van verschillende goederen, waaronder schoenen en kleding, die zij op 13 mei 2017 in Alkmaar had weggenomen. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd, omdat het hof tot een andere beslissing kwam met betrekking tot het bewijs en de strafoplegging. De verdachte werd vrijgesproken van de meeste tenlastegelegde feiten, met uitzondering van twee gevallen van diefstal, waarvoor het hof oordeelde dat deze wettig en overtuigend bewezen waren. De verdachte had psychische problemen en het hof besloot geen straf of maatregel op te leggen, gezien de persoonlijke omstandigheden en de relatief geringe ernst van de feiten. Daarnaast werden vorderingen tot tenuitvoerlegging van eerdere voorwaardelijke gevangenisstraffen afgewezen, omdat de voorwaarden voor tenuitvoerlegging niet waren nageleefd. Het hof heeft de zaak opnieuw beoordeeld en de verdachte vrijgesproken van de meeste aanklachten, terwijl het bewezen verklaarde als strafbaar werd gekwalificeerd zonder dat er een straf werd opgelegd.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-001893-17
datum uitspraak: 29 mei 2018
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 23 mei 2017 in de strafzaak onder de parketnummers 15-800183-17, 15-202557-16 en 15-041350-16 (TUL) tegen
[verdachte 1],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1975,
adres: [adres 1] .

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 15 mei 2018 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Tegen voormeld vonnis is namens de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Gelet op de in eerste aanleg door de politierechter toegelaten wijziging is aan de verdachte ten laste gelegd dat:
1:
zij op of omstreeks 13 mei 2017 in de gemeente Alkmaar met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een winkel gelegen aan de [adres 2] heeft weggenomen een paar schoenen (kleur wit, merk Venice), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan " [benadeelde 1] ", in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
2:
primair:
zij op of omstreeks 13 mei 2017 in de gemeente Alkmaar met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een winkel gelegen aan de [adres 3] heeft weggenomen een pak met sterrenprint, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 2] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
subsidiair:
zij op/of omstreeks 13 mei 2017 te Alkmaar, in elk geval in Nederland, een pak met sterrenprint heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl zij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van genoemd pak wist dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
3:
zij op of omstreeks 13 mei 2017 in de gemeente Alkmaar met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een winkel gelegen aan de [adres 4] heeft weggenomen een blouse, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan " [benadeelde 3] ", in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof ten aanzien van het onder 2 tenlastegelegde tot een andere beslissing komt met betrekking tot het bewijs en tevens tot een andere beslissing komt ten aanzien van de strafoplegging dan de politierechter.

Vrijspraak

Naar het oordeel van het hof is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte onder 2 primair en subsidiair is ten laste gelegd, zodat de verdachte hiervan moet worden vrijgesproken.
Ten aanzien van het onder 2 primair ten laste gelegde overweegt het hof als volgt. Blijkens zijn proces-verbaal van bevindingen (p. 18) heeft politieambtenaar [verbalisant] op 13 mei 2017 van een medewerkster van kledingwinkel [benadeelde 3] gehoord dat de verdachte tegen die medewerkster had gezegd dat zij het kostuum met sterrenprint dat de verdachte op dat moment droeg, had gestolen in een feestwinkel. [verbalisant] heeft die dag telefonisch contact gezocht met feestwinkel [benadeelde 2] . Van de medewerkster van deze winkel vernam [verbalisant] dat in die winkel een dergelijk kostuum in de verkoop was maar, hoewel niet verkocht, dit kostuum niet meer in de winkel aanwezig was en het dus zonder te zijn betaald moest zijn weggenomen. Nu andere informatie ontbreekt, kan het hof niet vaststellen wanneer de verdachte het door haar gedragen kostuum heeft gestolen, zodat niet wettig en overtuigend bewezen is dat dit op of omstreeks 13 mei 2017 is gebeurd. Derhalve spreekt het hof de verdachte vrij van het onder 2 primair ten laste gelegde.
Ten aanzien van het onder 2 subsidiair ten laste gelegde overweegt het hof als volgt. Op basis van bovengenoemde verklaring van de verdachte tegen de medewerkster van [benadeelde 3] gaat het hof ervan uit dat zij het kostuum met sterrenprint heeft gestolen. Derhalve komt het hof niet tot een bewezenverklaring van opzetheling en spreekt de verdachte vrij van het onder 2 subsidiair ten laste gelegde.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 en 3 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
zij op 13 mei 2017 in de gemeente Alkmaar met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een winkel gelegen aan de [adres 2] heeft weggenomen een paar schoenen (kleur wit, merk Venice), toebehorende aan " [benadeelde 1] ".
3.
zij op 13 mei 2017 in de gemeente Alkmaar met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een winkel gelegen aan de [adres 4] heeft weggenomen een blouse toebehorende aan " [benadeelde 3] ".
Hetgeen onder 1 en 3 meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het onder 1 en 3 bewezen verklaarde levert telkens op:
diefstal.

Strafbaarheid van de verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte ten aanzien van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat de verdachte strafbaar is.

Oplegging van straffen

De politierechter heeft de verdachte voor het in eerste aanleg onder 1, 2 en 3 bewezen verklaarde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van twee weken met aftrek van voorarrest.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld tot dezelfde straffen als door de rechter in eerste aanleg opgelegd.
De raadsman heeft ter terechtzitting in hoger beroep verzocht aan het bepaalde in artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht toepassing te geven. Hij heeft daartoe gewezen op de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder haar psychische gesteldheid, en aangevoerd dat geen strafdoel is gediend bij het opleggen van een sanctie.
Het hof overweegt als volgt.
Uit het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep en de inhoud van de stukken van het dossier is gebleken dat de verdachte lijdt aan psychische problemen, terwijl contacten met hulpverlenende instanties moeizaam verlopen. Uit een de verdachte betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 1 mei 2018 blijkt dat zij, mogelijk gerelateerd aan de psychische problematiek, eerst op bijna 40-jarige leeftijd met justitie in aanraking is gekomen, waarna zij in de afgelopen drie jaren meermalen en deels na dit feit wegens onder meer winkeldiefstallen is veroordeeld tot geldboetes en (korte) gevangenisstraffen.
Gelet op de recente veroordelingen, de relatief geringe ernst van het bewezenverklaarde en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte ziet het hof aanleiding aan de verdachte geen straf of maatregel op te leggen.

Vordering tenuitvoerlegging (15-041350-16)

Het openbaar ministerie heeft gevorderd de tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 13 mei 2016 opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf van twee weken. Deze vordering is in hoger beroep opnieuw aan de orde.
Het hof acht termen aanwezig om de vordering tot tenuitvoerlegging af te wijzen. Uit het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep is gebleken dat bij onherroepelijk vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 24 mei 2017 de tenuitvoerlegging van deze voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf reeds is bevolen.

Vordering tenuitvoerlegging (15-202557-16)

Het openbaar ministerie heeft gevorderd de tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 3 april 2017 opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf van één week. Deze vordering is in hoger beroep opnieuw aan de orde.
Het hof acht termen aanwezig om de vordering tot tenuitvoerlegging af te wijzen. Het vonnis waarvan de tenuitvoerlegging wordt gevorderd, is bij verstek gewezen. Het dossier bevat geen stukken waaruit blijkt dat is voldaan aan het vereiste van artikel 366a, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering dan wel dat sprake is van een situatie als bedoeld in het tweede lid van dit artikel, zodat niet kan worden vastgesteld of en zo ja, wanneer de proeftijd is ingegaan.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 2 ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1 en 3 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 en 3 bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Bepaalt dat ter zake van het onder 1 en 3 bewezen verklaarde geen straf of maatregel wordt opgelegd.
Wijst af de vordering van de officier van justitie in het arrondissement te Noord-Holland van 16 mei 2017, strekkende tot tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 13 mei 2016, parketnummer 15-041350-16, voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf van twee weken.
Wijst af de vordering van de officier van justitie in het arrondissement te Noord-Holland van 16 mei 2017, strekkende tot tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 3 april 2017, parketnummer 15-202557-16, voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf van één week.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. H.M.J. Quaedvlieg, mr. M.L.M. van der Voet en mr. A.M. Ruige, in tegenwoordigheid van R.L. Vermeulen, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 29 mei 2018.
mr. A.M. Ruige is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
=========================================================================
[…]