ECLI:NL:GHAMS:2018:1687

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
29 mei 2018
Publicatiedatum
30 mei 2018
Zaaknummer
23-002460-17
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake diefstal van levensmiddelen met psychische problematiek van de verdachte

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 29 mei 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte, geboren in 1975, was beschuldigd van diefstal van levensmiddelen, specifiek Innocent sap en AH sap, op 23 maart 2017 te Heiloo. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd, omdat het tot een andere beslissing kwam ten aanzien van de strafoplegging. Het hof achtte wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de diefstal had gepleegd, maar sprak haar vrij van andere tenlastegelegde feiten.

De verdachte had een geschiedenis van psychische problemen en was eerder in aanraking gekomen met justitie. De advocaat-generaal had dezelfde straf als in eerste aanleg gevorderd, maar de raadsman pleitte voor toepassing van artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht, gezien de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Het hof overwoog dat de verdachte, ondanks haar eerdere veroordelingen, geen straf of maatregel opgelegd zou krijgen, gezien de relatief geringe ernst van het bewezenverklaarde en haar psychische gesteldheid. Het hof besloot dat er geen straf of maatregel zou worden opgelegd, en verklaarde de verdachte strafbaar voor de diefstal, maar legde geen sanctie op.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-002460-17
datum uitspraak: 29 mei 2018
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 6 juli 2017 in de strafzaak onder parketnummer 15-056158-17 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1975,
adres: [adres 1].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 15 mei 2018 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Tegen voormeld vonnis is namens de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
zij op of omstreeks 23 maart 2017 te Heiloo, althans in Nederland, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen levensmiddelen (te weten Innocent sap en/of AH sap), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf] (vestiging [adres 2]), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere beslissing ten aanzien van de strafoplegging komt dan de politierechter.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
zij op 23 maart 2017 te Heiloo met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen levensmiddelen (te weten Innocent sap en AH sap), toebehorende aan [bedrijf] (vestiging [adres 2]).
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert op:
diefstal.

Strafbaarheid van de verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte ten aanzien van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat de verdachte strafbaar is.

Oplegging van straf

De politierechter heeft de verdachte voor het in eerste aanleg bewezen verklaarde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van één week.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld tot dezelfde straf als door de rechter in eerste aanleg opgelegd.
De raadsman heeft ter terechtzitting in hoger beroep verzocht aan het bepaalde in artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht toepassing te geven. Hij heeft daartoe gewezen op de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder haar psychische gesteldheid, en aangevoerd dat geen strafdoel is gediend bij het opleggen van een sanctie.
Het hof overweegt daartoe als volgt.
Uit het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep en de inhoud van de stukken van het dossier is gebleken dat de verdachte lijdt aan psychische problemen, terwijl contacten met hulpverlenende instanties moeizaam verlopen. Uit een de verdachte betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 1 mei 2018 blijkt dat zij, mogelijk gerelateerd aan de psychische problematiek, eerst op bijna 40-jarige leeftijd met justitie in aanraking is gekomen, waarna zij in de afgelopen drie jaren meermalen en deels na dit feit wegens onder meer winkeldiefstallen is veroordeeld tot geldboetes en (korte) gevangenisstraffen.
Gelet op de recente veroordelingen, de relatief geringe ernst van het bewezenverklaarde en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte ziet het hof aanleiding aan de verdachte geen straf of maatregel op te leggen.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Bepaalt dat ter zake van het bewezen verklaarde geen straf of maatregel wordt opgelegd.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. H.M.J. Quaedvlieg, mr. M.L.M. van der Voet en mr. A.M. Ruige, in tegenwoordigheid van R.L. Vermeulen, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 29 mei 2018.
mr. A.M. Ruige is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
[…]